Vliegtijd & gedrag
Half juni-eind september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Jeneverbesdwergspanner
Rups: april-juni. De soort overwintert als ei op de waardplant; in de eieren bevinden zich al volledig ontwikkelde rupsjes.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 9-11 mm. Een zeer variabele dwergspanner, die echter te herkennen is aan de witachtige of lichtbruine vlek aan de buitenzijde van de middenstip. De buitenrand van de middenband is aan de binnenzijde bezet met zwarte pijlvlekjes van verschillende lengte; de twee vlekjes tussen de middenstip en de vleugelpunt zijn het langst en vallen het meest op. De dwarslijnen variëren in intensiteit en zijn ter hoogte van de middenstip scherp gehoekt; door de middenband loopt een dwarslijn die gewoonlijk door de middenstip loopt. De grondkleur van de voorvleugel varieert van witachtig bruin tot donkerbruin of grijs. Over het midden van de zwak getekende achtervleugel loopt een donkere dwarslijn die vooral bij de binnenrand duidelijk zichtbaar is; vaak is nog een tweede dwarslijn aanwezig vlak voor de vleugelwortel.
Kenmerken rups
16-18 mm. Lijf groen of bruin met een donkerder ruglijn en een variabele hoeveelheid blokjes, V-tjes en lijntjes in donkerbruin, rood en geel op rug en flanken; de stigmalijn is gewoonlijk witachtig en duidelijk aanwezig.
Gelijkende soorten vlinder
De eikendwergspanner (E. dodoneata) heeft ook een lichte vlek aan de buitenzijde van de middenstip en zwarte pijlvlekjes langs de buitenste dwarsband, maar is iets kleiner en vliegt vroeger in het jaar. De guldenroededwergspanner (E. virgaureata) mist de lichte vlek aan de buitenzijde van de middenstip. Zie ook de grasklokjesdwergspanner (E. impurata).
Gelijkende soorten rups
Zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata), heidedwergspanner (Eupithecia satyrata), egale dwergspanner (Eupithecia absinthiata), schermbloemdwergspanner (Eupithecia tripunctaria), smalvleugeldwergspanner (Eupithecia nanata), v-dwergspanner (Chloroclystis v-ata), zwartkamdwergspanner (Gymnoscelis rufifasciata), guldenroededwergspanner (Eupithecia virgaureata), voorjaarsdwergspanner (Eupithecia abbreviata), eikendwergspanner (Eupithecia dodoneata), vingerhoedskruiddwergspanner (Eupithecia pulchellata) en beverneldwergspanner (Eupithecia pimpinellata). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeldzaam. Een soort die dankzij de aanplant van jeneverbes in tuinen op steeds meer plaatsen verspreid over het land wordt waargenomen; in jeneverbesgebieden soms talrijk. RL: bedreigd.
België
Zeer zeldzaam. Recent enkel waargenomen in de Limburgse Kempen. In Wallonië gekend uit alle provincies, recent enkel uit Luik. De soort staat als Ernstig Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Van het Iberisch Schiereiland en Frankrijk via de Britse eilanden tot IJsland; ook via Midden- en Oost-Europa naar Siberië. Naar het noorden tot Noord-Scandinavië en in het zuiden het noordelijk Middellandse Zeegebied en de Balkan.