Bedreigd

Jota-uil

Autographa jota

jota-uil

Vliegtijd & gedrag

Half mei-eind juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen zowel op licht als op smeer; ze bezoeken bloemen.

Verspreiding

Levenscyclus

Jota-uil

Rups: augustus-juni. De rups foerageert vooral ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond op de waardplant. De soort overwintert als rups in de strooisellaag. De verpopping vindt plaats in een cocon aan de onderkant van een blad van de waardplant.

Verspreiding

In Europa vooral in Midden en Noord. Naar het noorden tot de Orkney-eilanden, West-Noorwegen, Midden-Zweden, Zuid-Finland en Estland. Naar het zuiden (hier vooral in de bergen) tot Noord-Spanje, Midden-Italië en Griekenland, volgens Sammut (1984) ook op Malta. In Azië: Turkije, Armenië, de Kaukasus, Iran en via Midden-Azië en Siberië tot de Grote Oceaan (echter niet in Japan).

Benaming

  • Engelse naam Plain Golden Y
  • Duitse naam Jota-Silbereule
  • Franse naam le Iota
  • Synoniemen Plusia jota
    Phytometra jota

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Jota-uil is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).Zie voor jota bij 'toelichting wetenschappelijk naam'. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Autographa: autographos is met eigen hand geschreven; naar de lettertekens (gamma, jota e.d.) die de soort zelf op zijn vleugels heeft geschreven.jota: jota is een Griekse letter. Linnaeus beschreef de vorm van het teken op de voorvleugel als gelijkend op een iota of op een vraagteken; dit laatste had hij echter al gebruikt bij S. interrogationis.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 17-21 mm. Deze uil heeft dezelfde vorm en rusthouding als de verwante soorten. De grondkleur van de voorvleugel is vrij gelijkmatig roodachtig bruin, licht gemarmerd met roze of met rozeachtig bruin. Het gedeelte van het middenveld dat langs de voorrand ligt, is duidelijk lichter van kleur dan het scherp afgezette donkere deel langs de binnenrand. De bruinachtige niervlek is vaag of zelfs afwezig en heeft nauwelijks of geen omlijning. De lichte Y-vormige vlek in het midden van de voorvleugel is meestal gebroken, maar net als bij de donkere jota-uil (A. pulchrina) variabel van vorm.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Graslanden

Struwelen

Tuinen

Planten

Berenklauw

Brandnetel

Dovenetel

Kamperfoelie

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden