Vliegtijd & gedrag
Mei-juni en september-oktober in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kadeni-stofuil
Rups: juni-juli en oktober-april. De soort overwintert als rups.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Zuid-Europa van Noordoost-Spanje en Zuid-Frankrijk via Italië tot op de Balkan en verder in Zuid-Rusland en Klein-Azië. Naar het noorden tot in de zuidelijke Alpendalen, het Oosten van Oostenrijk, Zuidelijk Slowakije en Roemenië. In het zuiden is de verspreiding onduidelijk wegens verwisseling met Platyperigea proxima. Waarschijnlijk loopt de grens daar over Sicilië, Zuid-Italië en Griekenland tot Libanon.
Benaming
- Synoniemen Platyperigea kadenii
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Stofuilen hebben een vale zandkleur. De vleugelschubben laten makkelijk los en na het vastpakken van de vlinder blijft een stofvlekje op de vingers achter.Kadeni werd overgenomen van de wetenschappelijke naam. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Auteursnaam en jaartal
(Freyer, 1836)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-15 mm. De voorvleugels van deze stofuil zijn lichtgrijs en grotendeels ongetekend. Het opvallendste kenmerk is de smalle donkere niervlek; deze is van binnen bruin/grijs en heeft een dikke roodbruin met zwartachtige rand. Aan de omtrek ervan bevinden zich vele, grotendeels aaneengesloten geelachtig witte stipjes. De ringvlek is niet meer dan een donkere stip of nagenoeg onzichtbaar. Van de golflijn is meestal slechts het middendeel aan de binnenzijde afgezet met onduidelijke bruine pijlvlekken. De achtervleugel is (grijsachtig) wit met zeer vaag donker beschaduwde aders; bij het vrouwtje is dit in sterkere mate het geval en is ook de zoom langs de franjelijn donker.