Kadeni-stofuil

Caradrina kadenii

Vliegtijd & gedrag

Mei-juni en september-oktober in twee generaties. De vlinders komen op licht.

Kadeni-stofuil

Verspreiding in Nederland

Kadeni-stofuil

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Kadeni-stofuil

Rups: juni-juli en oktober-april. De soort overwintert als rups.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 12-15 mm. De voorvleugels van deze stofuil zijn lichtgrijs en grotendeels ongetekend. Het opvallendste kenmerk is de smalle donkere niervlek; deze is van binnen bruin/grijs en heeft een dikke roodbruin met zwartachtige rand. Aan de omtrek ervan bevinden zich vele, grotendeels aaneengesloten geelachtig witte stipjes. De ringvlek is niet meer dan een donkere stip of nagenoeg onzichtbaar. Van de golflijn is meestal slechts het middendeel aan de binnenzijde afgezet met onduidelijke bruine pijlvlekken. De achtervleugel is (grijsachtig) wit met zeer vaag donker beschaduwde aders; bij het vrouwtje is dit in sterkere mate het geval en is ook de zoom langs de franjelijn donker.

Gelijkende soorten vlinder

De huisuil (C. clavipalpis) heeft een iets minder smalle, vrij kromme niervlek waarvan vooral de binnenste lob opvallend zwartachtig gekleurd is; de rest van de niervlek is meer geelbruin van kleur en langs de randen liggen doorgaans slechts enkele losliggende witte puntjes. Bovendien is de gehele golflijn aan de binnenzijde afgezet met onduidelijke geelbruine pijlvlekken. Bij de huisuil heeft de grijsachtig witte vleugel ook bij het mannetje donker beschaduwde aders en een donkere zoom langs de franjelijn.

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Deze trekvlinder is in 2006 voor het eerst in Nederland vastgesteld en wordt sindsdien jaarlijks gezien, vooral in Zeeland en Limburg. De verwachting is dat het aantal waarnemingen van deze uil de komende jaren verder zal toenemen.

België

Vrij zeldzaam. Een trekvlinder die in wisselende aantallen wordt waargenomen. Voor de eerste maal in 2006 gezien. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).

Mondiaal

Zuid-Europa van Noordoost-Spanje en Zuid-Frankrijk via Italië tot op de Balkan en verder in Zuid-Rusland en Klein-Azië. Naar het noorden tot in de zuidelijke Alpendalen, het Oosten van Oostenrijk, Zuidelijk Slowakije en Roemenië. In het zuiden is de verspreiding onduidelijk wegens verwisseling met Platyperigea proxima. Waarschijnlijk loopt de grens daar over Sicilië, Zuid-Italië en Griekenland tot Libanon.

Habitat

Warme open, zandige plaatsen, in de duinen en langs bosranden; ook in tuinen.

Waardplant

Bosranden

Duinen

Tuinen

Planten

Benaming

  • Synoniemen Platyperigea kadenii

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Stofuilen hebben een vale zandkleur. De vleugelschubben laten makkelijk los en na het vastpakken van de vlinder blijft een stofvlekje op de vingers achter.Kadeni werd overgenomen van de wetenschappelijke naam. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Auteursnaam en jaartal
(Freyer, 1836)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden