Verdwenen

Kalkgraslanddikkopje

Spialia sertorius

Vliegtijd & gedrag

Meestal één generatie van half mei-eind juni, soms een kleine tweede generatie in augustus.

Kalkgraslanddikkopje

Verspreiding in Nederland

Kalkgraslanddikkopje

Trends

Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.

Levenscyclus

Kalkgraslanddikkopje

Rups: begin juni-begin mei. De eieren worden afzonderlijk afgezet op de bloemdekblaadjes van de vrouwelijke bloemen. De soort overwintert als volgroeide rups in de strooisellaag. De eitjes worden afgezet op de bloemdekblaadjes van de vrouwelijke bloemen. Op de onderste, mannelijke bloemen, worden geen eitjes afgezet. Meestal deponeert het vrouwtje de eitjes op planten met een korte bloeistengel die in een lage kruidenrijke vegetatie groeien.De rupsen leven bij de vruchtjes. De volwassen rups overwintert tussen losjes bijeengesponnen bladeren in de strooisellaag.Al begin mei verschijnen de vlinders, die nectar drinken van verschillende kruiden. Het aantal individuen op de vliegplaatsen kan hoog zijn, circa 64 individuen per hectare.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: circa 11 mm. Verse exemplaren van dit kleine dikkopje zijn te herkennen aan de steenrode onderkant van de achtervleugels. Op de bovenkant van de voorvleugel bevindt zich een geordende rij witte vlekken. De grote lichte vlek langs de binnenrand van de onderkant van de achtervleugel wordt door een donkere ader in twee delen gesplitst. De grote lichte vlek staat niet in één rij met de andere vlekken.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de aardbeivlinder.

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Het kalkgraslanddikkopje is als standvlinder uit Nederland verdwenen; kwam in de twintigste eeuw voor in Zuid-Limburg. De dichtstbijzijnde populatie bevindt zich op het Belgische deel van de Sint-Pietersberg. In 1996, 2010 en 2021 werd de soort waargenomen in Zuid-Limburg, vermoedelijk zwervers uit het buitenland.

Mobiliteit

In de literatuur wordt het kalkgraslanddikkopje honkvast genoemd.

Regionaal

In Nederland was de verspreiding van het kalkgraslanddikkopje vrijwel beperkt tot Zuid-Limburg. Alleen omstreeks 1900 is hij gevonden nabij Doetinchem en Naarden. In Zuid-Limburg vloog hij aan het begin van de 20e eeuw op verscheidene kalkgraslanden, waaronder de Kunderberg (waarnemingen tot 1967), de Welterberg (tot 1976), de Schiepsberg (tot 1971), de Bemelerberg (tot 1961) en de Vrakelberg (tot 1966). Ook leefde de soort in een aantal groeven zoals ´t Rooth en de ENCI. In 1976 vloog de laatste populatie bij Ubachsberg. In 1981 is nog een zwerver gezien in het Gerendal. In 1990 is de soort door een particulier uitgezet bij Eys. Hier zijn in 1991 nog enkele exemplaren gezien, maar is daarna verdwenen. In 1996 is een exemplaar gezien in de ENCI groeve, vermoedelijk afkomstig van populaties op het Belgische deel van de Sint-Pietersberg. In 2010 werd een exemplaar gezien in het Gerendal bij Valkenburg, en op 29 mei 2021 werd een exemplaar gefotografeerd in de Meertensgroeve bij Vilt, wat erop wijst dat de soort nog steeds af en toe naar ons land zwerft.

Europa

Op Europese schaal is de soort niet bedreigd en het voorkomen is over het algemeen stabiel. In veel Noordwest-Europese landen wordt echter een achteruitgang gemeld. De soort staat op de Waalse Rode Lijst. In Duitsland staat hij niet op de Rode Lijst, maar valt wel in de categorie bijna bedreigd.

Mondiaal

Het kalkgraslanddikkopje komt voor in een groot deel van Zuid- en Midden-Europa.

Habitat

Droge, schrale graslanden en kalkgraslanden. In Nederland werd het kalkgraslanddikkopje hoofdzakelijk gevonden in kalkgraslanden en relatief vaak in mergelgroeven. Alleen omstreeks 1900 is hij ook gevonden in schrale graslanden bij Doetinchem. De vlinder vliegt op plaatsen met een zeer korte en kruidenrijke, open grazige vegetatie. Deze lage vegetatie kan ontstaan door extensieve begrazing of groeien op warme, schrale, vaak stenige bodems. Op de vliegplaatsen moet de kleine pimpernel groeien.

Waardplant

Kalkgraslanden

Schrale graslanden

Planten

Waardplant: kleine pimpernel.

Waardplant

Pimpernel

Benaming

  • Engelse naam Red Underwing Skipper
  • Duitse naam Wiesenknopf-Puzzlefalter
    Roter Würfel-Dickkopffalter
  • Franse naam Le Roussâtre
  • Oud Nederlandse naam pimperneldikkopje
  • Synoniemen Powellia sertorius
    Spialia sao
    Spialia sertoria
    Syrichtus sao
    Hesperia sao
    Spialia hibiscae

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam

Auteursnaam en jaartal
(Hoffmannsegg, 1804)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden