Vliegtijd & gedrag
Half april-eind september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kameeltje
Rups: juni-september. De rupsen worden vaak gevonden op jonge bomen op open plekken. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de grond.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland en Marokko via heel Europa tot Siberië. Naar het zuiden via het Middellandse Zeegebied en Turkije tot de Zwarte Zee, de Kaukasus en de Kaspische Zee. Naar het noorden heel Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Pebble Prominent
- Duitse naam Zickzack-Zahnspinner
- Franse naam le Bois veiné
-
Oud Nederlandse naam
kameelrupsvlinder
kameeltjesvlinder -
Synoniemen
Eligmodonta ziczac
Notodonta zigzac
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Kameeltje is reeds een lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'. Bij Ter Haar was dat nog kameeltjesvlinder.De bizarre rupsvorm van deze soort opent de mogelijkheid om te verwijzen naar vele andere diersoorten zoals in dit geval naar een 'kameel'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Notodonta: notos is de achterkant en odous, odostos is een tand; naar de dorsale schubbenpluimen op de voorvleugels die naar voren komen als de vleugels in rust zijn. Het is waarschijnlijk dat Ochsenheimer ook de bulten op de rupsrug van een aantal soorten in gedachten had.ziczac: ziczac is een latinisering van het duitse zickzack is zigzag, naar het zigzag-profiel van de rups met bulten; de duidelijkheid daarvan hangt van de houding van de rups af.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-24 mm. De voorvleugel is grotendeels bruinachtig geel met in het middenveld langs de voorrand een witachtig vlak, die aan de buitenzijde begrensd wordt door een opvallende zwartbruine haakvormige vlek. Deze tekening vormt een belangrijk onderscheidend kenmerk, hoewel de kleur en de intensiteit enigszins variëren.