Vliegtijd & gedrag
Begin augustus-half september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen, vooral die van struikhei.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kastanjebruine uil
Rups: september-mei. De soort overwintert als jonge rups. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond; leeft voorafgaand aan de verpopping ongeveer zes weken onder de grond.

Vlinder
Verspreiding
In het noorden tot Schotland en Zuid-Scandinavië en in het oosten tot Rusland (ongeveer tot Moskou). In het Middellandse Zeegebied Marokko, het Iberisch schiereiland, Italië, de Balkan, Libanon, Syrië en Turkije.
Benaming
- Engelse naam Neglected Rustic
- Duitse naam Ginsterheiden-Bodeneule
- Franse naam la Noctulelle négligée
-
Synoniemen
Amathes castanea
Agrotis castanea
Orthosia neglecta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De grondkleur van deze soort is kastanjebruin, althans volgens de Latijnse soortnaam. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Xestia: xestos is opgewreven, glad, naar de glimmende voorvleugels van een aantal soorten in dit genus.castanea: castaneus is heeft de kleur van een kastanje. (Castanea sativa is tamme kastanje), naar de kleur van de voorvleugel hoewel die vaak veel bleker is.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1798)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-18 mm. Goed te onderscheiden van de andere Xestia-soorten door de tamelijk effen, fijn getekende voorvleugel. De grondkleur varieert van licht grijsachtig bruin, soms met een roze tint of roze franje, tot roodachtig bruin. Kenmerkend is de zwarte vlek in de binnenste lob van de niervlek, waarvan het overige deel dezelfde kleur heeft als de vleugel. De achtervleugel is gelijkmatig grijs met wit-, roze- of grijsachtige franje.