Vliegtijd & gedrag
Begin mei-half augustus in één generatie. Soms worden verse vlinders overdag rustend aangetroffen. De vlinders vliegen vanaf de schemering en bezoeken bloemen van onder andere slangenkruid, kamperfoelie en rododendron waaruit ze al vliegend nectar zuigen. Ze komen op licht, soms tamelijk vroeg in de nacht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Klein avondrood
Rups: juni-september. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag aan de voet van de waardplant. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de strooisellaag.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Europa met uitzondering van Noord-Scandinavië en Noord-Rusland. Naar het zuiden tot Noord-Spanje, Sardinië, Corsica, Sicilië en Kreta. Ook een geïsoleerde bezetting in de Atlas van Marokko en in Oost-Algerije. Naar het oosten tot de Zwarte Zee en de Kapische Zee.
Benaming
- Engelse naam Small Elephant Hawk-moth
- Duitse naam Kleiner Weinschwärmer
-
Franse naam
le Petit Sphinx de la vigne
le Petit pourceau - Oud Nederlandse naam kleine olifantsvlinder
-
Synoniemen
Pergesa porcellus
Metopsilus porcellus
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Twee van de pijlstaartsoorten heten avondrood; ze vliegen in de avond en hebben een mooie kleur rood op lijf en vleugels.Het klein avondrood is de kleinste van de twee. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Deilephila: deile is avond en phileo is houden van; veel van de soorten binnen dit (vroeger veel omvangrijker) genus vliegen graag in de schemering.porcellus: porcelles is een big vanwege dezelfde redenen als vermeld bij D. elpenor. Linnaeus had deze naam niet van zich zelf maar uit een boek van Thomas Mouffet uit 1585. Linnaeus kende dit boek goed en refereerde er meerdere keren naar in zijn Systema Naturae.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 21-25 mm. De enige relatief kleine pijlstaart met rozerode en geelbruine vleugels. Over de voorvleugel lopen een aantal licht gebogen olijfgroene dwarslijnen, die vooral bij de voorrand zichtbaar zijn.