Klein muisbeertje

Pelosia obtusa

Vliegtijd & gedrag

Half juni-half augustus in één generatie. De mannetjes komen op licht; de vrouwtjes kunnen ´s nachts rustend op riet worden aangetroffen.

Klein muisbeertje

Verspreiding in Nederland

Klein muisbeertje

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Klein muisbeertje

Rups: eind augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een losse grijze cocon in een rietstengel.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 12-14 mm. Dit beertje lijkt enigszins op het muisbeertje (P. muscerda), maar de voorvleugel is korter en bruiner. Onderscheidende kenmerken zijn de gebogen voorrand en de manier waarop de kleine zwarte stippen in een soort V-vorm op de vleugel liggen.

Gelijkende soorten vlinder

Zie het muisbeertje (P. muscerda).

Gelijkende soorten rups

Muisbeertje (Pelosia muscerda). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt vooral voork in vochtige gebieden met rietvegetatie in Friesland, de kop van Overijssel, Zuid-Holland en Noord-Brabant; elders af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.

België

Zeer zeldzaam. Beperkt tot enkele vindplaatsen aan de noordgrens van Antwerpen en Limburg. De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).

Mondiaal

Over de verbreiding is nog heel weinig bekend. Areaalovereenkomsten met P. muscerda zijn veelal terug te voeren op de grote gelijkenis van deze twee soorten. Speyer & Speyer (1858) noemen deze soort nog niet (bestond pas zes jaar). Staudinger & Rebel (1901) noemen Midden-Italië, Zuid-Duitsland, Zuid-Hongarije, Galicië, het Wolgagebied en Armenië, Forster (1960) voegt daar aan toe: Nederland, Denemarken, Pommeren, Meckelenburg, Brandenburg en Polen. Heath & Emmet (1979) voegen twee vlinders toe uit Zuidoost-Engeland. In Oost-Azië komt ssp. sutschana en in Klein-Azië komt ssp.taurica daar nog bij. Freina & Witt (1987) geven voor Noord-Spanje ssp. pavlasi op.

Habitat

Oude dichtbegroeide rietvelden, vaak met hoge kruidenvegetatie en kleine bosjes.

Waardplant

Rietlanden

Planten

Riet en korstmossen of algen op dood hout, wilg en rietstengels.

Waardplant

Gewoon korstmos

Riet

Wilg

Benaming

  • Engelse naam Small Dotted Footman
  • Duitse naam Schilf-Flechtenbärchen
  • Franse naam la Lithosie obtuse

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beertje heeft deze soort gemeen met de kleinere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Dit beertje is iets kleiner dan het muisbeertje. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Pelosia: pelos is klei, naar de bruingrijze kleur van de vijf soorten die Hübner in dit genus onderbracht.obtusa: obtusus is bot, stomp; naar de afgeronde vorm van de vleugels.

Auteursnaam en jaartal
(Herrich-Schäffer, 1852)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden