Vliegtijd & gedrag
Half juni-half augustus in één generatie. De mannetjes komen op licht; de vrouwtjes kunnen ´s nachts rustend op riet worden aangetroffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Klein muisbeertje
Rups: eind augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een losse grijze cocon in een rietstengel.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Over de verbreiding is nog heel weinig bekend. Areaalovereenkomsten met P. muscerda zijn veelal terug te voeren op de grote gelijkenis van deze twee soorten. Speyer & Speyer (1858) noemen deze soort nog niet (bestond pas zes jaar). Staudinger & Rebel (1901) noemen Midden-Italië, Zuid-Duitsland, Zuid-Hongarije, Galicië, het Wolgagebied en Armenië, Forster (1960) voegt daar aan toe: Nederland, Denemarken, Pommeren, Meckelenburg, Brandenburg en Polen. Heath & Emmet (1979) voegen twee vlinders toe uit Zuidoost-Engeland. In Oost-Azië komt ssp. sutschana en in Klein-Azië komt ssp.taurica daar nog bij. Freina & Witt (1987) geven voor Noord-Spanje ssp. pavlasi op.
Benaming
- Engelse naam Small Dotted Footman
- Duitse naam Schilf-Flechtenbärchen
- Franse naam la Lithosie obtuse
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beertje heeft deze soort gemeen met de kleinere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Dit beertje is iets kleiner dan het muisbeertje. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Pelosia: pelos is klei, naar de bruingrijze kleur van de vijf soorten die Hübner in dit genus onderbracht.obtusa: obtusus is bot, stomp; naar de afgeronde vorm van de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Herrich-Schäffer, 1852)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-14 mm. Dit beertje lijkt enigszins op het muisbeertje (P. muscerda), maar de voorvleugel is korter en bruiner. Onderscheidende kenmerken zijn de gebogen voorrand en de manier waarop de kleine zwarte stippen in een soort V-vorm op de vleugel liggen.