Vliegtijd & gedrag
Deze trekvlinder kan worden waargenomen tussen maart en november. De vlinders komen op licht.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Klein purperuiltje
Rups: juli-september. De soort is niet in staat om in Nederland te overwinteren. De verpopping vindt plaats in een cocon die vastgehecht is aan een bloem van de waardplant.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 7-8 mm. Deze kleine spinneruil kan gemakkelijk worden aangezien voor een microvlinder. De voorvleugel heeft een geelachtig witte grondkleur met in het midden een opvallende bruin met witte dwarslijn, die de vleugel min of meer in tweeën deelt. De buitenste dwarslijn heeft de vorm van een vraagteken. De vleugelpunt en de zone aan de binnenzijde van de dwarslijn in het midden van de voorvleugel zijn vaak bruinachtig gekleurd.
Gelijkende soorten vlinder
Het bleek purperuiltje (E. ostrina) is groter en heeft vaak een paarsachtige tekening; bovendien ontbreekt de opvallende dwarslijn in het midden van de voorvleugel. De moeras-micro-uil (Hypenodes humidalis) is bruiner en heeft diagonale dwarslijnen.
Foto's
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer zeldzaam. Van deze trekvlinder zijn slechts recente waarnemingen bekend uit Zeeland (2009), Rockanje (2015 en 2017), Zwolle en Katwijk (2017), Ameland (2019) en veel in 2025 vooral verspreid over Zuid-Nederland.
België
Zeer zeldzaam. Slechts één recente waarneming (Dilbeek, 2006). Vroeger ook bekend uit Namen. De soort is als trekvlinder geclasssicifeerd en daarmee niet opgenomen op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al 2023).
Mondiaal
Van de Canarische eilanden via Noord-Afrika (zuidelijk tot de Sudan), Anatolië, de Kaukasus tot Afganistan, Noord-India en Centraal-Azië. De noordelijkste vindplaatsen liggen in Noord-Ierland, Nederland en de Oekraïne. In Midden-Europa nergens standvlinder. 'Alleen in Zuid-Europa autochtoon' (Heinicke & Naumann, 1980 - 1982). Noordelijk van de Zuid-Alpen alleen als trekker/zwerver.