Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind augustus in één generatie; soms een kleine tweede generatie. De vlinders vliegen in de schemering rond wilgen en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kleine blokspanner
Rups: augustus-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag of onder mos.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van Spanje, via Frankrijk en de Britse eilanden en via Midden- en Oost-Europa tot Siberië; in het noorden tot in Noord-Scandinavië in het zuiden tot de zuidrand van de Alpen.
Benaming
- Engelse naam Small Seraphim
- Duitse naam Kleiner Lappenspanner
- Franse naam la Phalène à six ailes
-
Synoniemen
Mysticoptera sexalata
Lobophora sexalata
Pterapherapteryx sexalisata
Lobophora sexalisata
Mysticoptera sexalisata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De blokspanners hebben donkere aders en dwarslijnen die samen op de voorvleugels een blokkenpatroon vormen.Van de blokspanners is dit ongetwijfeld de kleinste. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Pterapherapteryx: pteron is vleugel, phero is dragen en opnieuw pteron is vleugel, dus een vleugeldragende vleugel; naar de lob aan de vleugel van het mannetje, dat zou de derde vleugel moeten zijn. Waarschijnlijk bedoelde Curtis de uitspraak ptera-phera-pteryx.sexalata: sex is zes en ala is een vleugel; dus met zes vleugels, inclusief de lobben aan de achtervleugels van het mannetje.
Auteursnaam en jaartal
(Retzius, 1783)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 9-12 mm. Een kleine, fijn gebandeerde grijs met witte spanner met een opvallende grijze middenband en een aantal dunne roestbruine bandjes op de brede voorvleugel. De middenband is bij de binnenrand van de vleugel lichter van kleur en heeft in het midden een kleine maar duidelijke zwarte stip die dicht tegen de binnenzijde van de band ligt. Zie de lichte blokspanner (Lobophora halterata) voor de beschrijving van de afwijkende achtervleugel.