Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind september in twee generaties; de tweede generatie is veel kleiner in aantal maar vliegt erg lang door. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen. Ze worden veelvuldig waargenomen in de schemering en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kleine groenbandspanner
Rups: kan het hele jaar aanwezig zijn, maar wordt slechts weinig waargenomen. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon in losse aarde.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts tot het Altaj-gebergte; in Scandinavië tot de poolcirkel; in het zuiden: van het westelijke Middellandse Zeegebied via de Balkan en de Zwarte Zee tot de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Green Carpet
- Duitse naam Prachtgrüner Bindenspanner
- Franse naam la Cidarie verdâtre
-
Synoniemen
Cidaria pectinataria
Larentia pectinataria
Colostygia viridaria
Larentia viridaria
Cidaria viridaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.Het groen in de band verbleekt snel. Deze bandspanner is kleiner dan de andere groenbandspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Colostygia: Hübner's eigen verklaring van Colostygia: kolos is afgebroken, ingeperkt en stugios is behorend tot de rivier de Styx, de 'zwarte rivier van Haat' in de onderwereld; de zwarte riviertjes (kronkellijntjes) die aan de costa tot punten zijn ingeperkt.pectinataria: pectinatus is getand als een kam, verwijzend naar de sterk getande antenne van het mannetje.
Auteursnaam en jaartal
(Knoch, 1781)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-15 mm. De soms iets blauwachtig groene grondkleur en de felgroene band maken verse exemplaren van deze spanner goed herkenbaar; de groene kleur verbleekt echter snel tot rozeachtig of bruinachtig wit. Een onderscheidend kenmerk, dat ook bij afgevlogen exemplaren goed te zien is, is het karakteristieke patroon van zwarte vlekken en dwarslijnen op de voorvleugel.