Vliegtijd & gedrag
Eind april-begin oktober in drie generaties. De vlinders rusten overdag tussen de bladeren en zijn vanaf de schemering actief. Ze komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kleine groenuil
Rups: juni-oktober. De rups foerageert op de jonge uitlopers van de waardplant en spint de bladeren aan het uiteinde samen. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de vorm van een bootje; deze wordt meestal vastgehecht aan een tak of de schors van de stam van de waardplant.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Met uitzondering van de Atlantische eilanden en de kustlanden Portugal, Ierland, IJsland en Noorwegen komt clorana in wisselende aantallen voor in heel Europa. De noordelijke grens volgt de volgende lijn: Zuid-Zweden - Midden-Finland en ongeveer langs de 64e breedtegraad richting de Oeral. De zuidelijke grens: van het westen van Noord-Afrika (Algerije, Tunesië) via de gebieden noordelijk van Griekenland via Klein-Azië (Pontus), Kaukasië en Transkaukasië naar West-Siberië.
Benaming
- Engelse naam Cream-bordered Green Pea
- Duitse naam Weiden-Kahneulchen
-
Franse naam
la Halias du saule
la Halie du saule -
Oud Nederlandse naam
groen uiltje
groene wilgenspinner -
Synoniemen
Halias clorana
Earias chlorana
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De groenuilen hebben groen op de voorvleugels.Deze soort is ongetwijfeld de kleinste van de groenuilen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Earias: ear is het voorjaar. Dit wijst op een paar soorten met groene grondkleur binnen dit genus; groen de kleur van nieuwe bladeren in de lente. Zie ook A. praecox en D. aprilina.clorana: eigenlijk had dit chlorana moeten zijn. Khloros is helder groen, naar de grondkleur van de vlinder. De uitgang -ana geeft aan dat Linnaeus dacht dat dit een tortrix was.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Dit visstaartje houdt in rust de vleugels vaak dakvormig tegen het lichaam gedrukt. De voorvleugel heeft een opvallende helder lichtgroene kleur met een witte voorrand. De achtervleugel is wit. Incidenteel komen bruinachtig groene exemplaren voor met een bruine franje.