Ernstig bedreigd

Kleine heivlinder

Hipparchia statilinus

kleine heivlinder

Vliegtijd & gedrag

Eind juli-half september in één generatie. De vlinders voeden zich met nectar uit struikhei en met boomsappen. De mannetjes scholen vaak samen aan de rand van het struifzand en wachten in de buurt van een boom op een vrouwtje.

Verspreiding

Levenscyclus

Kleine heivlinder

Rups: begin september-eind juni. De soort overwintert als jonge rups in een graspol. Vanaf februari begint de rups te eten. De verpopping vindt plaats in het zand, net onder het oppervlak. ei-afzetNa de bevruchting duurt het iets minder dan een week voordat de eitjes rijp zijn. Voor het afzetten van de eitjes kiest het vrouwtje polletjes gras die groeien in een zeer lage en open vegetatie met (korst)mossen en hier en daar wat open zand. De eitjes worden afzonderlijk op de waardplant afgezet. rups en verpoppingDe rups komt eind september uit. Hij gaat vrijwel meteen - na niets of vrijwel niets te hebben gegeten - in overwintering aan de basis van een graspol. Vanaf februari gaat de rups eten, een activiteit die vanaf begin juni alleen nog ´s nachts plaatsvindt. De rups verpopt verborgen in het zand, net onder het oppervlak, in een met spinsel bekleed holletje.vlindersDe eerste vlinders verschijnen begin augustus. Het aantal vlinders op de vliegplaatsen is vrij hoog, ongeveer 16 individuen per hectare. In hun schrale biotoop halen de vlinders de nectar vooral uit struikhei. Is zelfs daar te weinig van, dan schakelen ze over op sappen van bomen, bijvoorbeeld die van ruwe berk of grove den.Het vrouwtje heeft voor het rijpen van de eitjes veel voedsel nodig. Mogelijk zoekt zij alleen nectar nabij geschikte plaatsen om de eitjes af te zetten, want alleen verspreid staande struiken struikhei dienen als nectarbron; zodra de vegetatie aaneensluit en een heideveld vormt, blijft zij daar weg.Mannetjes verschijnen ongeveer een week eerder dan vrouwtjes. Meerdere mannetjes scholen samen en wachten aan de rand van het stuifzand in de buurt van een boom op een partner. Omdat zij vooral langs de rand van het zand verblijven, worden de vrouwtje tijdens het zoeken naar voedsel of het afzetten van de eitjes weinig gestoord door mannetjes. De mannetjes vliegen op alles af wat beweegt. Is het een vrouwtje, dan vliegt het mannetje een tijdje om haar heen in een dwarrelende, horizontale vlucht. Het paar landt uiteindelijk op de grond en het mannetje loopt om het vrouwtje heen. Hij beweegt de vleugels snel op en neer en maakt buigingen, terwijl het vrouwtje stil blijft zitten. Na korte tijd onderneemt het mannetje een poging om te paren. Als het vrouwtje niet wil, weert ze de poging met geklapper van de vleugels af.

Verspreiding

De kleine heivlinder komt vooral voor in Zuid-Europa waar hij leeft in de droogste steppeachtige gebieden. In noordelijke gebieden is het verspreidingsgebied verbrokkeld; de dichtstbijzijnde populaties liggen bij Parijs en Hamburg.

Benaming

  • Engelse naam Tree Grayling
  • Duitse naam Eisenfarbiger Samtfalter
  • Franse naam le Faune
  • Oud Nederlandse naam donker zandoogje
    kleine heidevlinder
    stuifzandvlinder
  • Synoniemen Satyrus statilinus
    Neohipparchia statilinus
    Hipparchia allionia

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
Hipparchia: Hipparchus, een gevierde Griekse astronoom uit de tweede eeuw v.C. Zijn sterrencatalogus werd bewaard door Ptolemeus. Misschien deden de opvallende ogen op de vleugels van deze soorten Fabricius denken aan sterren.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)

Trends

Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.

Herkenning

Voorvleugellengte: 21-25 mm. De bovenkant van de voorvleugel is zwartgrijs tot donkerbruin zonder oranje band. De onderkant van de voorvleugel is bruin en heeft enkele oogvlekken. Bij het mannetje heeft de onderkant van de achtervleugel lichte en donkere banden, bij het vrouwtje is de onderkant vrijwel effen grijs.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Stuifzanden

Planten

Buntgras

Zwenkgras

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden