Kleine huismoeder

Noctua interjecta

kleine huismoeder

Vliegtijd & gedrag

Eind juni-eind augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en in mindere mate op smeer en bloemen. Ze zijn soms actief op warme middagen of in de schemering en vliegen dan wild heen en weer rond struiken of bosschages.

Verspreiding

Levenscyclus

Kleine huismoeder

Rups: september-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.

Museum

Verspreiding

Heel West-Europa (uitgezonderd Zuid-Portugal en delen van Zuidwest-Spanje) inclusief de zuidelijke helft van de Britse eilanden alsmede Italië met Corsica, Sicilië en Sardinië en de zuidelijke Balkan (Griekenland). In een ver verleden is interjecta naar het noorden en oosten uitgebreid en bezet nu de Benelux, bijna heel Duitsland en Denemarken, alsmede Zuid-Zweden, Midden-Polen, Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije, ex-Joegoslavië, Roemenië en Bulgarije. Ook in Turkije en de Kaukasus.

Benaming

  • Engelse naam Least Yellow Underwing
  • Duitse naam Hellbraune Bandeule
  • Franse naam le Faux-casque
  • Synoniemen Agrotis interjecta
    Triphaena interjecta

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Deze vlinder is een kleiner formaat huismoeder. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Noctua: noctus, noctu is de nacht, 's nachts. Noctua is ook een uilensoort met kleine oortjes en gewijd aan Minerva. Of Linnaeus aan deze vogel dacht toen hij de naam gaf is onbekend; opvolgers legden wel dit verband. Deze naam werd ook de familieaanduiding, zowel in de wetenschappelijke naam als in het Nederlandse uilen. De essentie dient gezocht te worden in de nachtelijke leefwijze van deze vlinders.interjecta: interjectus is er tussen voegen. Dit was de laatste van de uiltjes met oranje achtervleugel. Die moest tussen de eerder beschreven soorten worden gevoegd.

Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1803)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-17 mm. In Nederland de kleinste Noctua-soort; onderscheidt zich vooral door de warme roodachtig bruine kleur van de voorvleugel. Langs de achterrand van de donkergele achtervleugel loopt een brede zwarte band die doorloopt langs de voorrand tot aan de vleugelwortel en van waaruit diverse donkere strepen lopen. Soms is een kleine donkere middenvlek aanwezig die op de onderzijde duidelijker zichtbaar is dan aan de bovenzijde. Er is weinig variatie, maar soms is de voorvleugel lichtbruin of is er een uitgebreide zwartachtige tekening op de vleugel aanwezig.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Duinen

Moerassen

Open landschappen algemeen

Struwelen

Tuinen

Planten

Kaasjeskruid

Meidoorn

Moerasspirea

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden