Vliegtijd & gedrag
Begin maart-half mei in één generatie. De vlinders komen op licht, smeer en wilgenkatjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kleine voorjaarsuil
Rups: april-juni. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren van de waardplant. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond, vaak dicht bij een boomstam.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Het Iberisch schiereiland via Europa tot Rusland. Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië. In het zuiden Marokko, Tunesië, de Balkan, Griekenland en Klein-Azië tot de Zwarte Zee.
Benaming
- Engelse naam Small Quaker
- Duitse naam Kleine Kätzcheneule
-
Franse naam
la Téniocampe ambiguë
l'Orthosie farineuse -
Synoniemen
Taeniocampa cruda
Orthosia pulverulenta
Taeniocampa pulverulenta
Monima pulverulenta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Voorjaarsuilen vliegen vroeg in het jaar. De meeste zijn Orthosia-soorten.Deze soort is beslist de kleinste van onze voorjaarsuilen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Orthosia: orthosis is recht maken. De aandacht wordt erop gevestigd dat dit genus anders is dan b.v. dat van Lacanobia, dit genus heeft een rechte subterminale lijn. Orthosia was ook een aanroepnaam van Artemis en waarschijnlijk had Ochsenheimer beide mogelijkheden in gedachten.cruda: crudus is onrijp, te vroeg. Naar de vroege verschijningsdatum van deze soort in het voorjaar.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Deze uil is goed van andere voorjaarssoorten te onderscheiden door de geringe grootte, de doorgaans lichte kleur en het gelijkmatige uiterlijk. De voorvleugel heeft een enigszins ruw aandoend spikkelig uiterlijk door de verspreid over de vleugel liggende zwartachtige schubben. Van de tekening zijn meestal alleen de smalle niervlek en soms de lichte golflijn goed te zien. De dwarslijnen zijn meestal slechts zichtbaar als rijen zwartachtige stippen; soms zijn ook de lijnen zelf vaag zichtbaar. De grondkleur is doorgaans lichtbruin, soms iets donkerder, met een grijsachtige of roodachtige tint. Soms komen donkerbruine exemplaren voor of vlinders die witachtig bestoven zijn.