Vliegtijd & gedrag
Begin april-half september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kleine wapendrager
Rups: mei-juli en september-begin oktober. De rups verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren en komt ´s nachts tevoorschijn om te foerageren. De verpopping vindt plaats tussen samengesponnen bladeren van de waardplant. De poppen van de herfstgeneratie vallen met de bladeren op de grond en overwinteren.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland via een groot deel van Europa, inclusief Zuid-Engeland tot Oost-Azië (China, Japan). Naar het zuiden tot de noordkant van de Middellandse Zee, inclusief Italië en de noordelijke Balkan tot Centraal Azië. Naar het noorden tot in Scandinavië en tot de poolcirkel.
Benaming
- Engelse naam Scarce Chocolate-tip
- Duitse naam Schwarzgefleckter Rauhfussspinner
- Franse naam l'Anachorète
- Oud Nederlandse naam grijs matje
- Synoniemen Pygaera anachoreta
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Kleine wapendrager is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.Wat achter wapendrager gezocht moet worden is onduidelijk. Bij de Clostera's zou het betrekking kunnen hebben op het in rust boven de vleugels uitstekende lichaamsuiteinde. Het is ook goed mogelijk dat met wapen een medaille wordt bedoeld. De wapendragers hebben alle een medaille in de punt van de voorvleugel.Bij de oude namen was er een indeling van wapendager kleine wapendrager en kleinste wapendrager. Daar is het kleine in de huidige soortnaam van deze vlinder op terug te voeren; het is zeker niet de kleinste van de groep. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Clostera: kloster is een spoel, naar de vorm van het abdomen die slank is en taps toeloopt in de anale segmenten.anachoreta: anakhoretes is een kluizenaar; de rups woont in een 'cel' van samengesponnen bladeren.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-19 mm. Een belangrijk kenmerk is de duidelijk afgetekende bruine vlek bij de vleugelpunt van de voorvleugel die wordt doorsneden door de witte buitenste dwarslijn. Opvallend zijn de (meestal) twee zwarte vlekjes bij de binnenrandhoek.