Koevinkje

Aphantopus hyperantus

koevinkje

Vliegtijd & gedrag

Half juni-half augustus in één generatie. De vrouwtjes besteden veel tijd aan het zoeken van nectar van onder andere braam, koninginnenkruid en akkerdistel. De mannetjes worden zelden op bloemen gezien; ze maken veel patrouillevluchten waarbij ze vaak paden of bosranden volgen.

Verspreiding

Levenscyclus

Koevinkje

Rups: begin augustus-half juni. De rupsen foerageren vooral 's nachts; overdag rusten ze aan de voet van de waardplant. De soort overwintert als halfvolgroeide rups, verscholen in een graspol; bij zacht winterweer komen de rupsen soms tevoorschijn om te foerageren. De verpopping vindt plaats in een ijl spinsel onder aan de waardplant. Het vrouwtje laat de eieren één voor één op de grond vallen. ei-afzetHet vrouwtje zet de eitjes af op grassen die groeien op vochtige plaatsen in hogere, ruige grazige vegetaties. Nadat zij is geland op een grasspriet of blad, loopt ze naar de rand en laat een eitje vallen, dat diep in de vegetatie terechtkomt. Het vrouwtje verspreidt de eitjes over een groot gebied en zwerft daarvoor soms over enige afstand.rups en verpoppingDe rupsen eten vooral ´s nachts, overdag schuilen zij aan de voet van de waardplant. Ze groeien traag en overwinteren verborgen in een graspol. Bij zacht weer eten ze ook in de winter door; zij gaan dus niet echt in winterrust. Vanaf april eten de rupsen weer dagelijks. In het voorjaar groeien zij snel omdat ze zich dan met jong en voedselrijk gras voeden. De rupsen verpoppen zich in een ijl zijden spinsel aan de basis van de waardplant. vlindersDe eerste vlinders vliegen vanaf midden juni. Op de vliegplaatsen is de dichtheid doorgaans hoog, zo´n 30 tot 300 per hectare. Ze voeden zich met nectar van verschillende kruiden die in ruigte of struweel groeien, zoals braam, koninginnenkruid en akkerdistel. Alleen vrouwtjes drinken nectar, mannetjes worden nooit op bloemen gezien. Mannetjes patrouilleren met een zigzaggende vlucht, waarbij ze vaak paden of bosranden volgen. Na een of twee meter vliegen rusten ze vaak, bijvoorbeeld op de grond, om daarna weer verder te zoeken. Mannetjes zijn vooral ´s ochtends en in de namiddag actief, vrouwtjes brengen de meeste tijd rustend of zonnend in de kruidlaag door.

Ei-afzet

Verspreiding

Het koevinkje komt in bijna heel Europa voor met uitzondering van grote delen van Schotland, Scandinavië, het Iberisch Schiereiland, Italië en Griekenland.

Benaming

  • Engelse naam Ringlet
  • Duitse naam Brauner Waldvogel
    Schornsteinfeger
  • Franse naam Le Tristan
  • Synoniemen Aphantopus hyperanthus
    Epinephele hyperanthus
    Satyrus hyperanthus

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam

Toelichting wetenschappelijke naam
Aphantopus: aphantos is onzichtbaar gemaakt en pous is voet; gedoeld wordt op de gedegenereerde voorpoot hetgeen een familiekenmerk is en geen genuskenmerk.hyperantus: Hyperanthus was, net als Pamphilus (zie Coenonympha pamphilus), een van de 50 zonen van Aegyptus, wiens broer, Danaus 50 dochters had waar ook Palaeno (zie Colias palaeno), Hyale (zie Colias hyale) en Daplidice (zie Pontia daplidice) toe behoorden. Hyperanthus en zijn broers wilden met hun nichten trouwen, maar vader Danaus gaf ieder van zijn dochters een mes en zij doodden alle broers op een na. De veronderstelling van Pickard dat met Hyperanthus, een zoon van Darius de Koning van Perzië, bedoeld wordt is zeker onjuist.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.

Herkenning

Voorvleugellengte: 18-24 mm. De bovenkant van de vleugels is zwartachtig bruin. De onderkant van de vleugels is donkerbruin met bij het vrouwtje een goudbruine bestuiving. Op de onderkant van de voorvleugel bevinden zich drie en op de onderkant van de achtervleugel vijf grote, witgekernde en geelgeringde oogvlekken. Bij het vrouwtje zijn de ogen soms ook zichtbaar op de bovenkant.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bospaden

Bosranden

Houtwallen

Open plekken in het bos

Ruige graslanden

Planten

Kropaar

Kweek

Pijpenstrootje

Timoteegras

Zegge

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden