Vliegtijd & gedrag
Eind juni-eind augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd van de waardplant.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kruiskruiddwergspanner
Rups: augustus-oktober. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag (soms twee jaren). De eiafzetting vindt vlak bij de bloem of de knop van de waardplant plaats.

Vlinder
Verspreiding
Van West-Europa tot Rusland en van Zuid-Scandinavië tot de noordelijke landen van de Middellandse Zee. Volgens Weigt slechts sporadisch in Midden-Europa.
Benaming
- Engelse naam Bleached Pug
- Duitse naam Fuchs'-Kreuzkraut-Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie délavée
- Synoniemen Tephroclystia expallidata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Kruiskruidsoorten zijn belangrijke waardplanten van deze dwergspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Expallidata: expallidus is uiterst bleek.
Auteursnaam en jaartal
Doubleday, 1856
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Een grote, lichtgekleurde rozeachtig bruine dwergspanner met een brede en afgeronde voorvleugel. Langs de voorrand bevinden zich drie of vier opvallende zwarte vlekken, de middenstip is groot en langgerekt en de lichte vlek in de binnenrandhoek is nauwelijks zichtbaar of zelfs afwezig. De centrale dwarslijnen bestaan uit rijen zwarte stippen. De franje is zwak geblokt en op het achterlijf bevindt zich een zwarte band.