Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind juli in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Kweekgrasuil
Rups: juli-maart. De rups leeft eerst op de aren, later op de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als rups dicht bij de grond en verpopt zich in een stevige cocon op of in de grond.
 - Lily Franssen.webp)
Rups

Vlinder
Verspreiding
Europa en Azië, naar het oosten tot Japan. In Europa naar het noorden tot Midden-Scandinavië (zwervers tot de poolcirkel). Naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Zuid-Italië en Midden-Griekenland.
Benaming
- Engelse naam Rustic Shoulder-knot
- Duitse naam Ackerrand-Grasbüscheleule
- Franse naam la Noctuelle basilaire
-
Synoniemen
Hadena sordens
Apamea basilinea
Hadena basilinea
Parastichtis basilinea
Luperina basilinea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.Kweekgras is een belangrijke waardplant voor deze A. sordens. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.sordens: sordens is vuil. Er is geen grond te vinden voor deze naam.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-19 mm. De voorvleugel is tamelijk breed en heeft een vrij spitse vleugelpunt. De vleugel heeft een gelijkmatig zandkleurig of grijsachtig bruin uiterlijk, met vooral in het middenveld en het zoomveld soms een roodachtige tint. De laatste kleurcomponent kan echter ook domineren. Het belangrijkste kenmerk is de, meestal enigszins vertakte, zwarte wortelstreep. De ringvlek en de niervlek zijn vrij groot en de niervlek is vaak grotendeels of geheel witachtig omlijnd; vaak is ook een tapvlek zichtbaar. Soms komen donkere exemplaren voor. Er is weinig variatie in de tekening, de zwarte wortelstreep kan echter gereduceerd zijn. De achterrand van de voorvleugel is enigszins geschulpt.