Vliegtijd & gedrag
Eind mei-half augustus in één generatie; mogelijk soms een tweede generatie. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen van de waardplant en uit andere lage vegetatie. Ze vliegen in de schemering.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Late bremspanner
Rups: augustus-april. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
De Europese landen zonder Finland, Noorwegen, de Baltische staten, Luxemburg, Portugal en Albanië. In het Middellandse Zeegebied alleen op Corsica. Naar het oosten Wit-Rusland, Oekraïne, de zuidelijke Oeral, Turkije, Transkaukasië en Georgië.
Benaming
- Engelse naam July Belle
- Duitse naam Braungrauer Wellenstriemenspanner
- Franse naam l'Ortholite plombée
- Oud Nederlandse naam loodgrijze bremspanner
-
Synoniemen
Cidaria luridata
Larentia luridata
Ortholitha plumbaria
Cidaria plumbaria
Eubolia palumbaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Een belangrijke waarplant van deze soort is brem.Deze Scotopteryx luridata vliegt later dan Scotopteryx mucronata. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Scotopteryx: skotos is duisternis en pteron is vleugel; wijzend op de donkere tekening op de vleugels van een aantal soorten, vooral de mediane band.luridata: luridus is bleek geel en akelig, afschuwelijk, besmeuren, ontwijden. Geen van deze betekenissen kan in verband gebracht worden met deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-19 mm. De voorvleugel heeft vaak een donkere, loodgrijze tint. De zwarte middenstip is meestal klein en rond en ligt doorgaans iets dichter bij de binnenste dwarslijn dan bij de buitenste. De zigzaggende golflijn is meestal erg vaag. Al deze kenmerken zijn variabel.