Vliegtijd & gedrag
Eind februari-begin april in één generatie. De vlinders komen op licht en op smeer. Ze bezoeken bloedende bomen en wilgenkatjes. Overdag worden de vlinders regelmatig aangetroffen op berken; ze zitten vaak in de kleinere takvorken. Ze kunnen ook rustend op een paaltje worden aangetroffen, vooral in open landschap. Op zonnige middagen vliegen ze soms overdag.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Lente-orvlinder
Rups: mei-juli. De rups leeft overdag verborgen tussen samengerolde (jonge rups) of samengesponnen bladeren en foerageert ´s nachts. De soort overwintert als een pop in een losse cocon in de strooisellaag.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Heel Europa tot in Noord-Scandinavië. Naar het oosten via Rusland tot Japan.
Benaming
- Engelse naam Yellow Horned
- Duitse naam Gelbhorn-Eulenspinner
-
Franse naam
la Flavicorne
la Bi-Sulphurée -
Synoniemen
Asphalia flavicornis
Palimpsestis flavicornis
Polyploca flavicornis
Cymatophora flavicornis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zeven soorten uit de onderfamilie Thyatirinae zijn bijeengevoegd onder de groepsnaam orvlinder (nadere toelichting zie bij de orvlinder, Tethea or). De vliegtijd van deze soort is rond maart en april. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Achlya: akhlus is mist, donkerte. Vroeger behoorden veel meer soorten tot dit genus (o.a. I. retusa, I. subtusa en D. oo) en waarschijnlijk waren daar ook donker gekleurde soorten bij.flavicornis: flavus is geel en cornu is een horen of een antenne van een insect; de soort met de gele antennes.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Kenmerkend zijn de oranje antennen. De voorvleugel is grijs met vooral langs het middendeel van de voorrand een groenwitte of witte bestuiving, die varieert in intensiteit. De bleke middenvlek kan enigszins in grootte en vorm variëren, evenals de dwarslijnen.