Vliegtijd & gedrag
Eind april-half september in twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders laten zich overdag gemakkelijk opjagen van de waardplant en gaan daarna vaak op de grond zitten. Ze vliegen het liefst in de schemering en komen daardoor slechts in kleine aantallen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Leverkleurige spanner
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag of onder mos aan de basis van een boomstam.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van Noord-Spanje via de gematigde zone tot Japan; in het zuiden tot Zuid-Frankrijk, Italië en de Balkan, in het noorden tot de poolcirkel.
Benaming
- Engelse naam Dingy Shell
- Duitse naam Erlengebüschspanner
- Franse naam la Fidonie hépatique
-
Synoniemen
Euchoeca obliterata
Larentia obliterata
Cidaria obliterata
Eupisteria hepararia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Leverkleurige spanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De grondkleur van deze spanner zou leverkleurig zijn. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Euchoeca: eu is goed en khoikhos is aarde of klei. De vlinder heeft een mooie kleikleur.nebulata: nebula is een wolk. Verwijzend naar de bestuiving van de voorvleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 9-12 mm. Deze kleine spanner rust altijd met de vleugels omhoog geklapt. Op de zandkleurige onderzijde van de vleugels bevinden zich enkele donkere dwarslijnen; de franje is crèmekleurig en bruin geblokt met een kleine uitstulping in de zoom midden op de achtervleugel. De bovenzijde van de voorvleugel is leverkleurig; bij de vleugelwortel en langs de voorrand lichter geelachtig bruin. Op de voorvleugel bevinden zich drie dwarsbanden die soms alleen maar bij de voorrand zichtbaar zijn.