Vliegtijd & gedrag
Half april-half augustus in twee generaties. De vlinders worden zelden gezien, behalve laat in de nacht op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Lindeherculesje
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in de grond.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
Komt in nagenoeg alle Europese landen voor, in het oosten tot de Oeral en als ssp. kuldjana (Wehrl, 1940) tot het westen van Centraal-Azië; in het zuiden Marokko, het Iberisch Schiereiland het Middellandse Zeegebied, Klein-Azië, het Zwarte Zeegebied en de Kaukasus en in het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Lunar Thorn
- Duitse naam Zweistreifiger Mondfleckspanner
-
Franse naam
l'Ennomos lunaire
le Croissant -
Synoniemen
Selenia lunaria
Ennomos lunaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Lindeherculesje is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De achtergrond van deze naam blijft onduidelijk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Selenia: selene is de maan, vanwege de sikkelvormige discale vlekken.lunularia: lunula is een maantje, naar de maanvormige discale vlekken.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1788)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-22 mm. Rust met open half omhoog gehouden vleugels en houdt de voorvleugels enigszins gekruld. De kleur van de voorvleugel varieert van bleek strogeel tot roodachtig bruin. De vlinders van de tweede generatie zijn kleiner, levendiger gekleurd en duidelijker getekend; ook hebben ze soms een roze tint. De buitenste dwarslijn op de bovenzijde van de voorvleugel loopt langs de kleine zilverkleurige maanvormige vlek en is óf vrijwel recht óf enigszins golvend (soms een geringe knik in de voorste helft). De achterrand van de achtervleugel is opvallend gekarteld en heeft een diepe insnijding in het midden.