Vliegtijd & gedrag
Half april-eind juli in één generatie. De vlinders zijn overdag soms op boomstammen, op muren of in de kruin van linden te vinden. Ze komen op licht, meestal vroeg in de nacht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Lindepijlstaart
Rups: juli-september. De rupsen worden soms waargenomen wanneer ze omlaag kruipen langs de stam van de waardplant, zoals bijvoorbeeld van stadslinden; soms worden op het trottoir daaronder platgetrapte exemplaren aangetroffen. De soort overwintert als pop in de grond, meestal in de buurt van de waardplant. Een enkele maal zijn poppen gevonden tussen opgehoopt bladmateriaal in de splitsing van takken en in nestkastjes.

Ei-afzet

Rups

Cocon
.webp)
Vlinder

Museum
Verspreiding
Europa met uitzondering van enige zuidelijke gebieden (zuidhelft van het Iberisch schiereiland, delen van Zuid-Italië, Zuid-Griekenland en de meeste eilanden van de Middellandse Zee; wel op Sicilië). Naar het noorden tot Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. Naar het oosten tot Siberië. Naar het zuiden tot de Kaukasus en de kusten van de Zwarte Zee.
Benaming
- Engelse naam Lime Hawk-moth
- Duitse naam Lindenschwärmer
- Franse naam le Sphinx du tilleul
-
Synoniemen
Dilina tiliae
Smerinthus tiliae
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Lindepijlstaart is een oude naam die ook al door Ter Haar in 'Onze Vlinders' wordt gebruikt. Pijlstaart verwijst naar het staartje of 'pijl' op het laatste segment van de rups.De linde is een belangrijke waardplant voor deze pijlstaart. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Mimas: Mimas is een van de reuzen die een oorlog begonnen met de goden. Hij werd overwonnen door Hephaestus die hem onder de Vesuvius begroef.tiliae: Tilia is het plantengeslacht linde, de voornaamste voedselplant van de rups.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 23-39 mm. Kleur, vleugelvorm en vleugeltekening onderscheiden deze soort van vrijwel alle andere Nederlandse pijlstaarten. Het mannetje maakt doorgaans een groene indruk, het vrouwtje is meer oranjeroze getint; kleur en tekening kunnen echter variëren. De twee grote donkere olijfgroene of bruine vlekken midden op de voorvleugel zijn soms zo groot dat ze een band vormen; soms zijn ze sterk gereduceerd tot slechts één kleine vlek.