Vliegtijd & gedrag
Half augustus-half oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken overrijpe bramen en bloemen van klimop. In het donker worden ze soms rustend aangetroffen op grassen of paaltjes.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Maansikkeluil
Rups: oktober-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag bij de grond. De soort overwintert als jonge rups.

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
In de 19e eeuw kwam de soort voor in Noordwest-Afrika, Spanje, Portugal, Zuid-, West- en Midden-Frankrijk, België en Groot-Britannië. In 1867 de eerste waarneming in Nederland en tot 1930 uitbreiding over het hele land. In 1935 over de grens naar Duitsland, daarna uitbreiding in het Rijndal en zijn bijrivieren naar het zuiden. Op deze manier via de Moezel Frankrijk in naar dept. Moselle (Metz, Woippy) (Perrette, 1984). Deze vlinders hebben nog geen contact gemaakt met de populaties van West- en Zuid-Frankrijk. Een opgave uit Zuid-Beieren (Lobenstein, 1981) berust op een vergissing.
Benaming
- Engelse naam Lunar Underwing
- Duitse naam Mondfleck-Herbsteule
-
Franse naam
l'Omphaloscélis à lunule
la anthie lunulée -
Synoniemen
Ancheloscelis lunosa
Anchoscelis lunosa
Omphaloscelis lunosa
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De 'toelichting wetenschappelijke naam' geeft een goede uitleg van de soortnaam lunosa en dus ook van maansikkeluil. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Agrochola: agros is een veld, de grondkleur en khole is bitterheid, gal, de kleur van gal: groen- of, zoals hier, geelachtig; naar de kleur van een aantal van deze soorten. lunosa: lunosos is een vorm van luna is de maan, wijzend op de maanvormige discale vlek op de achtervleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Haworth, 1809)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. De voorvleugel met een kaarsrechte voorrand loopt smal toe maar heeft een stompe vleugelpunt. De grondkleur is variabel en loopt uiteen van zeer licht tot zeer donker bruinachtig grijs, soms met een gele, rode of zwartachtige tint. Zowel de dwarslijnen als de aders zijn licht van kleur en duidelijk zichtbaar. De golflijn bestaat uit een rij duidelijke zwarte stippen en eindigt dicht bij de voorrand via een knik in twee korte zwarte pijlvlekken. Kenmerkend voor deze uil is de donkere halvemaanvormige middenvlek op de witachtige, gevlekte achtervleugel.