Vliegtijd & gedrag
Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Maansnuituil
Rups: juli-mei. De rups overwintert halfvolgroeid en verpopt zich op de grond.

Vlinder
Verspreiding
Van Noord-Spanje via Italë en Griekenland tot de Kaukasus. Naar het noorden tot Zuid-Engeland en Zuid-Scandinavië (niet duidelijk of dit standvlinders betreft). Naar het oosten via de Oeral en het Oessoeri-gebied tot Japan en Korea.
Benaming
- Engelse naam Jubilee Fan-foot
- Duitse naam Felsbuschwald-Spannereule
- Franse naam l'Herminie plumeuse
-
Synoniemen
Herminia lunalis
Polypogon lunalis
Zanclognatha tarsiplumalis
Herminia tarsiplumalis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.Het kleine gebogen streepje, maantje, middenop de voorvleugel is kenmerkend.Zie ook 'toelichting wetenschappelijke naam'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
lunalis: luna is de maan, naar de grote en duidelijk aanwezige niervlek.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Deze snuituil lijkt op de lijnsnuituil (Herminia tarsipennalis), maar is iets groter en heeft een grijs- tot roodachtig bruine, vaak purperachtig getinte voorvleugel. Kenmerkend is de in vergelijking met verwante soorten grotere en sterker gebogen niervlek. De buitenste dwarslijn is fijn geschulpt. Opvallend is donkerbruine schaduwachtige afzetting aan weerszijden van de lichte golflijn. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende ‘snuit’, gevormd door de lange palpen.