Vliegtijd & gedrag
Begin april-begin juni in één generatie. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Maantandvlinder
Rups: mei-juli. Heel soms kunnen rupsen van de lagere takken van volgroeide bomen worden geklopt. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond, vaak in de buurt van wortels die aan de oppervlakte komen.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch schiereiland en Noordwest-Afrika via West- en Midden-Europa, inclusief de Britse eilanden, oostwaarts tot de Wolga. In het zuiden via het noordelijke Middellandse Zeegebied, inclusief Italië, de Balkan en Sicilië, tot Turkije en de Kaukasus. In het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Lunar Marbled Brown
- Duitse naam Dunkelgrauer Zahnspinner
- Franse naam la Demi-Lune noire
-
Synoniemen
Drymonia chaonia
Notodonta chaonia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De maanvlinder heeft een gebogen lijntje, een maantje, in het grote lichte middenveld.Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Drymonia: drumos is eiken hakhout, dit genus komt veelvuldig voor in eikebossen.ruficornis: rufus is rood en cornu is een horen, naar de bleek roodachtige antennen.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-20 mm. Een tandvlinder met een nogal gedrongen postuur en een door krachtige zwarte dwarslijnen gemarkeerde grijs met witte tekening op de voorvleugel; de grijze kleur kan variëren van licht tot donker. Kenmerkend zijn de opvallende zwarte kommavlek in de lichte, meestal witachtige middenband en de roodachtig bruine antennen. De achtervleugel is lichtgrijs zonder witte dwarslijn. Er is weinig variatie in tekening.