Vliegtijd & gedrag
Half april-eind augustus in twee generaties; in warme zomers een partiële derde generatie eind september-begin oktober. De vlinders komen op licht en op smeer. Overdag kunnen ze gemakkelijk worden opgejaagd uit de directe omgeving van de waardplant.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Marmerspanner
Rups: mei-oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Het Iberisch Schiereiland, via West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts via Rusland tot de Altaj en het Oessoerigebied; ook in Noord-Amerika. In Scandinavië tot boven de poolcirkel, in het zuiden tot Italië en de Balkanlanden tot de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Small Phoenix
- Duitse naam Braunleibiger Springkrautspanner
- Franse naam la Cidarie ochracée
- Oud Nederlandse naam wilgenroosjesspanner
-
Synoniemen
Larentia silaceata
Cidaria silaceata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Marmerspanner wijst op de combinatie van tekening en kleur van deze spanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Ecliptopera: ekleipo is falen, te kort schieten en ops, opos is gezicht; in zijn verklaring zegt Warren: 'het gezicht is niet bol maar duidelijk vlak'.silaceata: sil is een soort geelachtige aarde, okerkleurig en silaceus is heeft de kleur van; vanwege de gelige schubben in het subbasale en in het postmediane deel van de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-17 mm. Heeft een markante marmerachtige tekening door de vele wit omrande lichtbruine en donkerbruine banden en vlekken. De donkere middenband wordt bijna altijd onderbroken door twee witte lijnen. Vaak zijn deze lijnen dun en maken ze min of meer deel uit van de middenband. Soms zijn deze witte lijnen veel breder en opvallender en wordt de zwartbruine middenband hierdoor opgedeeld in twee grote vlekken. De witte lijnen in de middenband kunnen ook gedeeltelijk of zelfs helemaal ontbreken. In de golflijn bevindt zich een rij donkere witgerande pijlvormige vlekken; deze pijlvlekken zijn onregelmatig van grootte, maar in het midden altijd groot. Het borststuk en het achterlijf zijn bruin; de vlinder rust vaak met het uiteinde van het achterlijf omhoog gekruld.