Vliegtijd & gedrag
Begin september-begin november in één generatie. De vlinders komen op licht en op smeer en worden in de schemering vaak aangetroffen op bloemen van klimop, overrijpe bramen of ander fruit.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Meidoornuil
Rups: april-juni. De rups maakt een stevige cocon in de grond en verpopt zich daarin een aantal weken later. De eieren worden afzonderlijk afgezet in de buurt van een knop op een tak van de waardplant en overwinteren.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 17-20 mm. De voorvleugel van deze uil heeft een bruine grondkleur met een variabele koper- tot donkergroene bestuiving, vooral langs de binnenrand en de achterrand. De buitenste dwarslijn heeft vlak bij de binnenrand vaak een kenmerkende witte afzetting, die als een witte halvemaanvormige vlek zichtbaar is. De uilvlekken zijn duidelijk; vooral de niervlek is opvallend groot. Kenmerkend is ook de vrij dikke zwarte schouderstreep die in combinatie met de binnenste dwarslijn soms een soort pijl-en-boog-figuur vormt. Soms komen donkere exemplaren voor.
Kenmerken rups
Tot 45 mm; vrij slank; met op het elfde segment een achterwaarts gerichte bult waarop vier kleine punten staan; kleur van het lichaam zeer variabel van bruin tot purperachtig grijs of grijsachtig groen; op de rug een ingewikkeld patroon van ruitvormige vlekken dat op segment vier door twee lichte, schuine strepen wordt onderbroken; op de flanken een rij gebroken golflijntjes met zwarte omtrek; onderzijde witachtig; kop witachtig met een zwartachtige dwarsband en andere donkere tekening.
Foto's
Ei-afzet
Rups
Cocon
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
Algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland; plaatselijk soms algemeen. RL: niet bedreigd.
België
In Vlaanderen vrij zeldzaam in de Leemstreek, van Zuid-West-Vlaanderen tot Haspengouw. Zeer lokaal daarbuiten. In Wallonië vooral wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Heel Europa, noordelijk tot Midden-Schotland en Midden-Scandinavië. Oostelijk tot Voor-Azië (Libanon, Kaukasus). De als zelfstandige soorten opgevatte populaties van Corsica en Sardinië (A. protai Boursin, 1966) van Zuid-Italië en Sicilië (A. parenzani de Laever, 1977) en van het Iberisch schiereiland (A. alfaroi Agenjo, 1951) worden volgens nieuwere inzichten nu beschouwd als ondersoorten van oxyacanthae (Mazel, 1991).