Vliegtijd & gedrag
Begin april-begin juli in één generatie. De mannetjes zijn ´s nachts actief en komen op licht. Het vrouwtje is overdag actief, vliegt bij zonnig weer en kan ook kruipend in lage vegetatie worden aangetroffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Mendicabeer
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Verbreid van het noordelijke deel van het Iberisch schiereiland via Zuid- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) en via Rusland tot Oost-Azië (Amoergebied). Naar het zuiden tot Voor-Azië. Naar het noorden vooral in Zuid-Scandinavië. Volgens Schmidt (1991) naderen de noordelijkste waarnemingen in Finland tot de 65e breedtegraad.
Benaming
- Engelse naam Muslin Moth
- Duitse naam Grauer Fleckleibbär
-
Franse naam
la Mendiante
l'Écaille mendiante - Oud Nederlandse naam grijze beer
-
Synoniemen
Cycnia mendica
Spilosoma mendica
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De aanduiding beer heeft deze soort gemeen met de grotere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. De wetenschappelijke soortnaam mendica is in de Nederlandse naam opgenomen omdat deze soort onder die naam al bekend was in tuinbouwkringen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Diaphora: diaphora is onderscheid, verschil; naar het opvallende grote verschil tussen het bruine mannetje en het witte vrouwtje.mendica: mendicus is een bedelaar, een schooier, naar de grauwe bruine kleur van het mannetje.
Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: ♂ 14-17 mm, ♀ 17-19 mm. Deze beervlinder is over het algemeen iets kleiner dan de Spilosoma-soorten. De voorvleugel is vrij breed en heeft een variabel patroon van zwarte stippen. Bij het mannetje kan de grondkleur variëren van licht grijsachtig bruin tot bruin; het achterlijf heeft dezelfde kleur. Het vrouwtje heeft witte, enigszins doorschijnende vleugels en een wit achterlijf.