Meriansborstel

Calliteara pudibunda

meriansborstel

Vliegtijd & gedrag

Half april-half juni in één generatie. De mannetjes komen soms talrijk op licht, de vrouwtjes in kleinere aantallen. Parende vlinders worden overdag soms waargenomen op de stam van een geïsoleerde waardplant; door hun schutkleur vallen ze echter nauwelijks op.

Verspreiding

Levenscyclus

Meriansborstel

Rups: juli-oktober. De rups groeit langzaam. De soort overwintert als pop in een dunne zijdeachtige cocon die gevormd wordt op de waardplant of in de strooisellaag.

Verspreiding

Van het Iberisch schiereiland via West- en Midden-Europa, inclusief de Britse eilanden, naar het oosten tot Oost-Azië (Amoergebied, Japan). Naar het zuiden tot het noordelijke Middellandse Zeegebied, inclusief Italë en de Balkan, naar het oosten via Turkije en Iran tot Afganistan (ssp. paktia Ebert). Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië.

Benaming

  • Engelse naam Pale Tussock
  • Duitse naam Buchen-Streckfuss
  • Franse naam la Patte étendue
    la Pudibonde
  • Oud Nederlandse naam borstelspinner
    merians borstelrups
    roodstaartrups
  • Synoniemen Dasychira pudibunda
    Orgyia pudibunda

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Meriansborstel is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'. De naam meriansborstel verwijst vermoedelijk naar Anna Maria Sibylla Merian, 1647-1717, entomologe en kunstenares, die met haar penselen (de borstels van de rups) de metamorfose van rups naar vlinder vastlegde. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Calliteara: de oorsprong van calliteara is onduidelijk. Mogelijk kallos is schoonheid, t is dan een verbindende medeklinker en ear is het voorjaar; dus: het genus van de mooie soorten in het relatief vroege voorjaar (mei).pudibunda: pudibundus is zedig, eerbaar, ingetogen. Linnaeus geeft geen aanknopingspunt voor de keuze van deze naam. Het kan verwijzen naar het anale pluimpje dat de genitaliën van het mannetje discreet verbergt of naar dat van het vrouwtje dat haar eierenvoorraad afschermt. Pudibundus kan ook betekenen: onzedig, schandalig, iets waarvoor men zich moet schamen; geen enkele welopgevoede dame zou zo met haar benen pronken als deze vlinder doet.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: ♂ 21-22 mm, ♀ 27-31 mm. Deze soort heeft dezelfde karakteristieke rusthouding als de grauwe borstel (Dicallomera fascelina). De voorvleugel is witachtig grijs met een donkere bestuiving. Bij het mannetje bevindt zich aan de buitenzijde van de binnenste dwarslijn een donkere schaduw, die in breedte varieert; deze schaduw ontbreekt meestal bij het veel grotere vrouwtje. De antennen zijn oranjebruin geveerd. Er komt een melanistische vorm voor met een effen zwartachtige voorvleugel en een donkergrijze achtervleugel.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Parken

Struwelen

Tuinen

Planten

Appel

Berk

Beuk

Meidoorn

Sleedoorn

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden