Vliegtijd & gedrag
Eind mei-begin oktober in twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders vliegen aan het eind van de middag en in de schemering en zijn soms in zwermen aan te treffen. Ze komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Moeras-micro-uil
Rups: juli-mei. In Nederland is de rups van deze soort nog niet met zekerheid in de vrije natuur vastgesteld; het is wel gelukt om te kweken met gevangen vlindervrouwtjes. De soort overwintert als rups. De verpopping vindt plaats tegen de stengel van de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
De noordgrens loopt van Midden-Engeland via Lapland tot de Oeral. Naar het oosten tot het Amoergebied. In Europa naar het zuiden tot Zuid-Frankrijk, de noordrand van de Alpen, Zuid-Hongarije, de Karpaten en de Donaudelta. Oudere opgaven uit Noord-Amerika betreffen een andere soort (H. palustris, Ferguson, 1954).
Benaming
- Engelse naam Marsh Oblique-barred
- Duitse naam Moor-Motteneule
- Franse naam l'Hypénode des tourbières
-
Synoniemen
Schrankia humidalis
Hypenodes turfosalis
Tholomiges turfosalis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De micro-uilen zijn klein en worden vaak aangezien voor microvlinders. Deze moeras-micro-uil is er daar één van. Deze soort voelt zich thuis in moerassen en vochtige gebieden. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Hypenodes: het genus Hypena en eidos, od- is de vorm. Gelijkend op Hypena dus.humidalis: humidus is vocht; verwijzend naar de habitat: zure heiden en mossen.
Auteursnaam en jaartal
Doubleday, 1850
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 6-8 mm. Deze snuituil kan vanwege de kleine afmetingen en de slanke bouw gemakkelijk worden aangezien voor een microvlinder. Kenmerkend is het patroon van de diagonale donkere dwarslijnen, waarvan de buitenste eindigt in de vleugelpunt. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende 'snuit', gevormd door de lange palpen.