Verspreiding
Levenscyclus
Moerasbreedvleugeluil
Rups: september-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag; verpopt zich in een losse cocon in de grond. De soort overwintert als rups.

Vlinder
Verspreiding
Midden- en Noord-Europa, naar het noorden tot Noord-Schotland, Midden-Noorwegen, Noord-Zweden, Midden-Finland en Karelië. In het zuiden met grote hiaten: de zuidelijke helft van Frankrijk, Noord-Italië, Noord-Joegoslavië, Roemenië, Oekraïne, Kaukasus, Noord- en Midden-Azië tot China en Japan.
Benaming
- Engelse naam Barred Chestnut
- Duitse naam Moorwiesen-Erdeule
- Franse naam la Noctulelle de la lancéole
-
Synoniemen
Agrotis dahlii
Noctua dahlii
Agrotis dahli
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De vlinders van het Genus Diarsia hebben brede voorvleugels. In rust valt dat niet zo sterk op omdat beide vleugels ver over elkaar heen gevouwen worden. Deze breedvleugeluil leeft in vochtige gebieden. Ook de Duitse soortnaam verwijst naar moerassen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Diarsia: diarsis is een opstanding. De betekenis daarvan is niet duidelijk. Hübner geeft geen uitleg. Er zou een verband mogelijk zijn met een haarpluimpje op het anale deel van het mannetje en dat zou soms rechtop komen te staan.dahlii: dahlii is een eerbetoon aan Georg Dahl, een Weense verzamelaar die als eerste deze soort kweekte en die een exemplaar aan Hübner gaf om de soort te kunnen beschrijven.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1813)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-18 mm. Karakteristiek voor deze Diarsia-soort is de brede, aan de voorrand sterk gebogen voorvleugel. Bij het mannetje is deze oranje- of roodachtig bruin met een purperachtig bruine bandering en bestuiving. De ringvlek en de niervlek zijn onopvallend en de vierkante vlek daartussen, die deel uitmaakt van het centrale wigvormige vlak, is soms iets donkerder. Tussen de ringvlek en de binnenrand bevindt zich een klein stipje. De kleur van het vrouwtje varieert van diep rozeachtig rood tot purperachtig bruin; de niervlek is soms opvallend licht, maar meestal is alleen de omtrek lichtgekleurd.