Vliegtijd & gedrag
Begin juli-eind september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en vooral het mannetje komt op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Moerasplantenboorder
Rups: april-augustus. De rups leeft in de stengel van de waardplant en verpopt zich in een dode stengel met de kop omhoog. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
Lokaal in Europa, noordelijk tot Zuid-Engeland, Zuid-Ierland, de zuidelijke delen van Scandinavië en Estland. Naar het zuiden tot Noord-Spanje, Midden-Italië, Slovenië, Albanië en Bulgarije. Verder Turkije, de Krim en de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Rush Wainscot
- Duitse naam Teichröhricht-Schilfeule
- Franse naam la Nonagrie de la canne
-
Synoniemen
Archanara cannae
Nonagria cannae
Archanara algae
Nonagrai algae
Capsula algae
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De rupsen van veel uiltjes dringen door in de stengel van planten; ze eten en groeien daar.Deze soort heeft een aantal moerasplantensoorten als waardplant. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
algae: waarschijnlijk werd abuisivelijk gedacht dat alg een voedselplant zou zijn. Ochsenheimer (1816) veranderde de naam naar cannae is riet.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1789)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-18 mm. Het mannetje van deze uil is goed van de gelijkende soorten te onderscheiden door de oranjebruine grondkleur van de voorvleugel. Het vrouwtje is groter en meer bruingeel van kleur. De rechte achterrand en de gebogen voorrand vormen samen een bijna rechte hoek en de vleugelpunt is vrij scherp. Op de tamelijk effen ondergrond is een diffuse donkere bestuiving aanwezig; langs de hoofdader ligt daardoor een korte centrale veeg, waarin de niervlek als een kleine donkere vlek zichtbaar is. Van de centrale dwarslijnen is de uit stippen bestaande buitenste dwarslijn duidelijk zichtbaar. De franjelijn is dun en ononderbroken.