Vliegtijd & gedrag
Begin mei-half september in twee, soms drie generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Moeraswalstrospanner
Rups: september-mei (eerste generatie) en juli (tweede generatie). De soort overwintert als rups.

Vlinder
Verspreiding
Een uitgebreide maar verbrokkelde verspreiding; in het noorden tot de poolcirkel, in het oosten tot Zuid- en West-Siberië. In Europa vangsten in Italië. Frankrijk, de Britse eilanden en alle Midden-Europese landen. Ook in Turkije en het noorden van Kazachstan
Benaming
- Engelse naam Oblique Carpet
- Duitse naam Sumpflabkraut-Blattspanner
- Franse naam la Phalène du gaillet pallustre
-
Synoniemen
Larentia vittata
Cidaria vittata
Cidaria lignata
Larentia lignata
Orthonama lignata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Walstro is een belangrijke waardplant van deze spanner en vochtige, moerasachtige gebieden hebben zijn voorkeur. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Orthonama: orthos is recht en nama is streep; de rechte lijnen over de vleugels. Dit in tegenstelling tot de golflijnen bij de Xanthorhoe's.vittata: vitta is een band, een krans. Meestal duidt vitta in de naamgeving op een lijn evenwijdig met de dorsum, hier wordt echter de diagonale lijn bedoeld die uit de apex komt.
Auteursnaam en jaartal
(Borkhausen, 1794)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-14 mm. Goed te herkennen aan de combinatie van de strogele, fijn gebandeerde voorvleugel en het vrij forse donkere streepje in de vleugelpunt dat lijkt samen te vloeien met enkele dicht opeen liggende donkere dwarslijnen. De vleugelzoom is vaak iets lichter van kleur dan de rest van de voorvleugel. Halverwege de voorvleugel loopt een gedeeltelijk donker ingekleurde dwarsband. In het lichtere gedeelte van deze dwarsband bevindt zich een kleine zwarte middenstip; de buitenrand van de band maakt vlak voor de voorrand van de vleugel een scherpe hoek naar binnen. De intensiteit van de vleugeltekening kan variëren.