Vliegtijd & gedrag
Eind april-september in twee generaties; de weinige Nederlandse waarnemingen zijn gedaan in mei en in augustus. De vlinders vliegen vanaf de schemering. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes komen in kleine aantallen op licht en kunnen overdag van de waardplant of uit de omringende vegetatie worden opgejaagd.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Nekspindertje
Rups: juli en september. De soort overwintert als gordelpop aan een blad of tussen het mos.

Vlinder
Verspreiding
Van Spanje via West- en Midden-Europa tot Zuid-Rusland, in het zuiden: Italië, de Balkan en Klein-Azië, in het noorden tot Denemarken en de Baltische landen. Uit Zweden en Finland slechts enkelingen uit de zuidelijke delen.
Benaming
- Engelse naam Mocha
- Duitse naam Ahorn-Gürtelpuppenspanner
-
Franse naam
la Phalène mariée
l'Éphyre omicron -
Synoniemen
Cyclophora annulata
Cosymbia annulata
Ephyra annulata
Zonosoma annulata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
In zijn boek 'Onze vlinders' vermeldt Ter Haar reeds deze opmerkelijke Nederlandse naam (begin vorige eeuw). De achtergrond van deze naam blijft onduidelijk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Cyclophora: kuklos is een ring en phoreo is dragen. De discale vlekken op de voorvleugels van een aantal soorten.annularia: annulus is een kleine ring; heeft betrekking op de discale merktekens op voor- en achtervleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Fabricius, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-14 mm. Een goed herkenbare roomkleurige spanner met zowel op de voor- als de achtervleugel een ringvormige vlek en een uniek en verfijnd patroon van gevarieerde zwarte dwarslijnen: een geschulpte binnenste en getande buitenste dwarslijn, de laatste aan de binnenzijde vergezeld door een donkere schaduw, en een onderbroken franjelijn. De tekening kan enigszins variëren in intensiteit. Soms ontbreken de ringvormige vlekken.