Nonvlinder

Lymantria monacha

nonvlinder

Vliegtijd & gedrag

Half juni-half oktober in één generatie. De vlinders zijn zowel overdag als ´s nachts actief en komen op licht, vooral de mannetjes. Overdag rusten ze soms op boomstammen of palen.

Verspreiding

Levenscyclus

Nonvlinder

Rups: april-juni. De rups verpopt zich in een losse cocon in een schorsspleet of tussen de bladeren. De soort overwintert als ei; de eieren worden afzonderlijk of in paren gelegd. Soms komen eitjes nog hetzelfde jaar uit, maar de uitgekomen rupsjes kunnen niet overwinteren. De rupsen doorlopen 5-7 stadia. De mannelijke rupsen verpoppen zich in het 5e of 6e stadium; de vrouwelijke in het 6e of 7e, steeds echter één stadium meer dan de mannelijke rupsen. (Grijpma et al, 1986)Hierdoor zijn de vrouwelijke poppen en vlinders groter dan de mannelijke.

Verspreiding

Van het noorden van het Iberisch schiereiland, via West- en Midden-Europa, inclusief Zuid-Engeland, naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië. Volgens Wellenstein & Schwenke (Schwenke 1978) verloopt de noordgrens van Oslo via Upsala en Leningrad naar Perm en tussen de 43e en de 57e breedtegraad tot Japan en de zuidgrens van Midden-Spanje via Corsica, langs de Dalmatische kust, via Noord-Griekenland en Europees Turkije tot de Zwarte Zee.

Benaming

  • Engelse naam Black Arches
  • Duitse naam Nonne
  • Franse naam la Nonne
    le Cul-noir
  • Oud Nederlandse naam kluizenaar
  • Synoniemen Ocneria monacha
    Psilura monacha
    Liparis monacha

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Nonvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.De vlinders hebben een mooie zwart/wit tekening, hetgeen overeenkomt met het habijt van traditioneel geklede nonnen. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Lymantria: lumanter is een verkwister, een vernietiger, naar de pest-soorten zoals L. dispar, die in dit genus zijn opgenomen.monacha: monacha is een non; naar de zwart/wit kleur die aan het habijt van een non doet denken.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: ♂ 18-20 mm, ♀ 20-28 mm. Op de witte tot roomwitte voorvleugel bevindt zich een groot aantal zwarte, sterk getande dwarslijnen en vlekken. De binnenste zone van het middenveld is meestal leeg met uitzondering van een duidelijke middenstip. Meer naar buiten toe bevinden zich een omgekeerde V-vormige vlek en een paar dicht opeenstaande lijnen. Soms vloeien deze lijnen samen tot een donkere zone en soms is het gehele middenveld donker. Vaak komen vrijwel geheel zwarte of donkergrijze exemplaren voor. Het achterlijf heeft roze dwarsbanden, die vooral bij donkere vlinders soms heel vaag zijn. Het vrouwtje heeft een duidelijk gepunt achterlijf, waarmee ze de eitjes diep kan weg stoppen in een schorsspleet.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bossen

Naaldbossen

Planten

Beuk

Den

Eik

Els

Es

Lariks

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden