Vliegtijd & gedrag
Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen zowel op licht als op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Okergele grasuil
Rups: augustus-april. De soort overwintert als rups in de grond bij de wortels; ook de verpopping vindt daar plaats.

Vlinder
Verspreiding
Alleen in Europa en in Noord- en Noordoost-Turkije. Naar het noorden tot Midden-Scandinavië, naar het zuiden tot Noord-Spanje en de Balkanlanden met uitzondering van Griekenland. In het oosten een grenslijn Pskow - Kaloega - de Krim.
Benaming
- Engelse naam Reddish Light Arches
- Duitse naam Rötlichgelbe Grasbüscheleule
- Franse naam l'Abromiade ochracée
-
Synoniemen
Hadena sublustris
Parastichtis sublustris
Luperina sublustris
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.De grondkleur van deze vlinder is okergeel. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.sublustris: sublustris is licht glimmend, wijzend op de tamelijk gladde structuur van de voorvleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1788)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-21 mm. Deze uil lijkt op de bleke grasworteluil (A. lithoxylaea), maar is kleiner en warmer geel van kleur. De bovenzijde van het borststuk is, evenals de duidelijk afgegrensde grote vlekken langs de achterrand van de voorvleugel, donkerbruin van kleur. Halverwege de voorvleugel loopt vanaf de voorrand een roodachtig bruine middenschaduw naar de binnenrand; deze eindigt meestal vrij scherp bij een donkere geknikte, soms enigszins verdikte lijn dicht bij de binnenrand.