Vliegtijd & gedrag
Augustus-oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Oostelijke uil
In Oost-Europa is de rups aanwezig van oktober-juli; de soort overwintert als rups.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 18-25 mm. Deze grote bleke geelbruine uil heeft een onduidelijke niervlek die aan de binnenzijde vaak donker gekleurd is. Tussen de vleugelwortel en de niervlek ligt vaak een onduidelijke donkere lijn. Sommige exemplaren hebben een zwart bestoven voorvleugel, waarop lichte aders en een lichte band in het zoomveld zichtbaar zijn.
Gelijkende soorten vlinder
De lisdoddeboorder (Nonagria typhae) heeft een bredere, meer afgeronde voorvleugel met een onduidelijke niervlek waarvan de binnenzijde niet donker gekleurd is; de franjelijn bestaat uit zwarte vlekjes. De herfst-rietboorder (Rhizedra lutosa) heeft een spitse vleugelpunt en de niervlek is afwezig of zeer vaag.
Verspreiding
Zeldzaamheid
Van deze soort is slechts één waarneming bekend uit Zeist in 1949.
België
Deze soort komt niet in België voor.
Mondiaal
Een hele goede vlieger, die een sterke migratie vertoont. Het originele areaal ligt in Centraal Aziatisch-Siberië, Turkmenistan, West-Siberië, de voet van de westelijke Altaj en Noordwest-China. Populaties in Europa zijn met uitzondering van een gebied ten westen van de Oeral niet bekend of op zijn minst twijfelachtig. Bereikt regelmatig, maar niet ieder jaar, Europa en dan vooral noordelijk van de Karpaten, de Alpen en de Pyreneeën. Trekkers zijn bekend van West-Engeland, Nederland, Midden-Europa, Zuid-Scandinavië, de Baltische Staten en voormalig Rusland.