Vliegtijd & gedrag
Half juni-half september in één generatie. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen. Ze komen op licht en bezoeken ´s nachts bloemen. De mannetjes vliegen in de schemering en worden in de loop van de vliegtijd vaak ook dagactief.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Oranje agaatspanner
Rups: begin juni-eind juli. De rups verpopt zich op de waardplant tussen samengesponnen bladeren. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
Zuidwest- en West-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts via Rusland tot de Oeral en tot Altaj en het Amoergebied; in het noorden tot boven de poolcirkel, naar het zuiden tot de Alpen en de Karpaten. Ook in Noord-Amerika.
Benaming
- Engelse naam Chevron
- Duitse naam Bräunlichgelber Haarbüschelspanner
- Franse naam la Cidarie agate
-
Synoniemen
Lygris testata
Cidaria testata
Cidaria achatinata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De wetenschappelijke Genusnaam wijst op een 'mooie steen' (zie toelichting wetenschappelijke naam); agaat is zo'n mooie steen.Deze spanner is niet echt oranje, maar ten opzichte van de andere agaatvlinders heeft deze toch wel een oranje-achtig uiterlijk. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eulithis: eulithos is gemaakt van mooie steen; de vlinders zien er aantrekkelijk uit, veelal met geelachtige grondkleur die aan zandsteen doet denken.testata: testa is een stuk gebakken klei, een baksteen. De vlinder heeft een geelachtig bruine grondkleur.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1761)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-19 mm. De grondkleur kan variëren van helder bruinachtig oranje tot licht- of donkerbruin, soms met een roodachtige tint; kenmerkend is de witte waas die in wisselende mate op de vleugel aanwezig is. Een belangrijk kenmerk is de brede V-vormige middenband op de voorvleugel; de wit afgezette buitenrand hiervan bezit een aantal opvallende ronde uitstulpingen. Een ander opvallend kenmerk is het witte streepje in de vleugelpunt dat vaak onderdeel is van een min of meer driehoekige oranje of bruine vlek. Het vrouwtje is veel kleiner dan het mannetje en heeft een smallere voorvleugel.