Vliegtijd & gedrag
Begin maart-eind april in één generatie. De vlinders vliegen overdag bij zonnig weer rondom de toppen van ratelpopulieren en kunnen ook waargenomen worden als ze worden opgejaagd van modderpoelen op paden in open bossen. Ze worden vaker gezien bij oude bomen die katjes dragen dan bij lage populieren die in de schaduw staan.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Oranje espenspanner
Rups: mei-juli. De rupsen foerageren ´s nachts op bladeren waartussen ze overdag een schuilplaats spinnen. De soort overwintert als pop, ingesponnen in zachte schors en blijft soms twee of drie jaar overliggen.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 15-17 mm. Een overdag actieve oranje met bruine nachtvlinder die in uiterlijk en gedrag zeer veel op de oranje berkenspanner (Archiearis parthenias) lijkt.
Kenmerken rups
Tot 28 mm; gewoonlijk groen met zwarte lengtestrepen en een geelachtig witte streep over de spiracula; kop en eerste segment van de thorax sterk zwart gespikkeld. Er is ook een vuil olijfgroene variant met bleek geelachtig grijze lengtestrepen. In tegenstelling tot de meeste spannerrupsen heeft deze soort naast de naschuivers vier paar buikpoten, hoewel het voorste paar zwak is ontwikkeld. Ze lopen wel op de kenmerkende spannerrupsen-manier.
Gelijkende soorten vlinder
Zie de oranje berkenspanner (Archiearis parthenias).Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen beide soorten.
Foto's
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer zeldzaam. Na vier decennia afwezigheid is de soort in 2014 weer uit Limburg gemeld.
België
Na vier decennia afwezigheid is de soort in 2014 weer uit Limburg gemeld, maar de laatste jaren zijn er meer waarnemingen. Ook ten noorden van Limburg in Noord-Brabant (2022). Sedert 2024 ook in Gelderland, Noord-Holland en Overijssel.
Regionaal
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Een handvol vindplaatsen in Vlaams-Brabant, Limburg en Antwerpen. Vrij zeldzaam in Wallonië, met verspreide vindplaatsen ten zuiden van Samber en Maas; lokaal algemeen. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Van Spanje via Frankrijk en Noord-Italië door Midden-Europa oostwaarts tot China (ssp. suifuensis Kardakoff 1928) en Japan. De zuidgrens binnen Europa is nog niet duidelijk i.v.m. verwarring met A. parthenias. Vastgesteld in Noord-Turkije (Kocak 1990, 1991). In Scandinavië minder ver naar het noorden dan parthenias.