Vliegtijd & gedrag
De oranje luzernevlinder is een trekvlinder die ieder voorjaar vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika naar het noorden vliegt. De eerste vlinders arriveren in mei en juni in ons land. De volgende generaties vliegen van begin augustus-eind oktober, aangevuld met nieuwe immigranten. In Zuid-Europa vliegt deze soort in vier tot zes generaties. De vroegst bekende waarneming is 15 maart; de laatste waarneming 29 november.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Oranje luzernevlinder
Rups: vanaf half juni. In Zuid-Europa overwintert de soort als rups. ei-afzetHet vrouwtje zet de eitjes afzonderlijk af op de bovenkant van bladeren. Hierbij gaat de voorkeur uit naar planten die in een lage vegetatie op open grond groeien.rups en verpoppingDe rupsen eten eerst de eischaal grotendeels op en voeden zich vervolgens met de bovenkant van het blad. Na de eerste vervelling eten ze hele bladeren. Zij kunnen snel groeien en het komt voor dat een rups binnen een maand volledig volgroeid is. De soort overwintert in het mediterrane gebied als rups. Deze rups is niet in diapauze maar groeit, zij het langzaam, door. Hij verpopt zich meestal aan een stengel van de waardplant.vlindersDe dichtheid aan vlinders varieert aanzienlijk tussen zeer laag (enkele individuen per km2) en bijzonder hoog (circa 1000 individuen per hectare). Vlinders voeden zich met nectar van verschillende kruiden, bijvoorbeeld van waardplanten zoals luzerne en rode klaver. Oranje luzernevlinders zijn actieve en snelle vliegers. Zij rusten geregeld op de bodem op open plekken tussen planten, maar vliegen onmiddellijk weg bij verstoring. Bij zonnig weer patrouilleren mannetjes laag vliegend boven de vegetatie.trekgedragTijdens de trektocht planten de vlinders zich voort; hun nakomelingen verplaatsen zich verder noordwaarts. Hierdoor ontstaan opeenvolgende golven van zwervende vlinders. In slechte jaren komen slechts enkele vlinders en stranden de meeste in Midden-Frankrijk; in uitzonderlijk goede jaren vindt er een grote invasie in grote delen van Europa plaats.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
De oranje luzernevlinder is een Midden- en Zuid-Europese soort die voorkomt van Portugal tot Noord-Afrika en Klein-Azië.
Benaming
- Engelse naam Clouded Yellow
-
Duitse naam
Wandergelbling
Postillon - Franse naam Le Souci
-
Oud Nederlandse naam
klavervlinder
oranje posthoorntje
oranjegele hooivlinder -
Synoniemen
Colias croceus
Colias edusa
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Toelichting wetenschappelijke naam
Colias: Colias is de naam van het voorgebergte langs de kust van Attica waar een tempel van Aphrodite (Venus) stond. De slag van Salamis werd hier vlakbij uitgevochten.croceus: croceus is saffraangeel, de grondkleur van de soort.
Auteursnaam en jaartal
(Fourcroy, 1785)
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Herkenning
Voorvleugellengte: 22-27 mm. De bovenkant van de vleugels is oranjegeel. Langs de achterrand bevindt zich zowel op de voorvleugel als op de achtervleugel een brede donkere band; bij het mannetje is deze band rond de vleugelpunt door lichte aders onderbroken. De vrouwtjes zijn oranje en hebben oranjegele vlekken in de donkere band langs de achterrand. Bij de vorm helice, die alleen bij de vrouwtjes voorkomt, is de bovenkant lichtgeel tot wit met een brede zwarte achterrand op de bovenkant van de achtervleugels. De vlinder rust met dichtgevouwen vleugels.