Vliegtijd & gedrag
Eind mei-half september in één generatie. De vlinders vliegen vooral vanaf de schemering, maar zijn soms ook overdag actief. Ze komen op licht en in mindere mate op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Oranje o-vlinder
Rups: juli-augustus. De rups leeft van de bloemen en de vruchten van enkele kruidachtige planten en van de bladeren van enkele loofbomen. De soort overwintert als pop in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Bijna in heel Europa, van Zuid-Spanje en Sicilië tot Zuid-Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Midden-Finland. Via Klein- en Voor-Azië tot Iran, Afganistan, Pakistan en Nepal; ook Centraal-Azië tot Japan.
Benaming
- Engelse naam Bordered Sallow
- Duitse naam Umbra-Sonneneule
-
Franse naam
la Chrysographe
la Noctuelle marginée - Oud Nederlandse naam geraniumuiltje
-
Synoniemen
Chariclea umbra
Heliothis marginata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Oranje o-vlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De oranje ringvlek is keurig rond en duidelijk aanwezig in het eveneens oranje vleugelveld. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Pyrrhia: purrhos is met de kleur van een vlam, naar de oranjebruine grondkleur van de soorten die Hübner in dit genus bij elkaar bracht.umbra: umbra is een schaduw, naar de terminale schaduw op de achtervleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-19 mm. De voorvleugel van deze stevig gebouwde uil heeft een vrijwel rechte voorrand en een duidelijk afstekende, weinig variabele tekening. De grondkleur van het wortelveld en het middenveld is oranje of oranjegeel (soms oranjebruin); het zoomveld en de franje zijn rozeachtig bruin. De donkere, licht gebogen, diagonaal lopende buitenste dwarslijn vormt de scheiding tussen deze beide delen van de voorvleugel. Hoewel de mate van contrast enigszins variabel is, is deze tweedeling altijd aanwezig. Op de vleugel zijn verder een roodachtige eerste, binnenste en middelste dwarslijn te zien; de binnenste is opvallend getand. De ringvlek en de niervlek hebben dezelfde kleur als de ondergrond, maar zijn roodachtig omlijnd. Ook de roodachtige aders en de onregelmatige golflijn zijn duidelijk zichtbaar. De achtervleugel is geelachtig met een brede zwartachtige band in het zoomveld en een grote donkere, diffuse halvemaanvormige vlek.