Vliegtijd & gedrag
Eind juni-eind augustus in één generatie. De vlinders besteden veel tijd aan het zonnen; ze zitten dan met gespreide vleugels op bladeren van bomen, struiken of kruidachtige planten.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Oranje zandoogje
Rups: half augustus-eind juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups, verscholen in een graspol. De verpopping vindt plaats tussen de vegetatie aan een verdorde grashalm. ei-afzetEen vrouwtje op zoek naar een afzetplaats voor de eitjes vliegt laag over de vegetatie en er soms zelfs doorheen. Als een geschikte plek is gevonden, kruipt zij diep in de vegetatie, kromt het achterlijf en schiet de eitjes een voor een af. Deze blijven aan grassprieten kleven of vallen op de grond. Het komt ook voor dat eitjes doelgericht op een waardplant worden afgezet. Het vrouwtje zorgt dat de eitjes niet te dicht bij elkaar liggen. rups en verpoppingDe rupsen eten overdag. Vanaf eind oktober verschuilen de halfvolwassen rupsen zich diep in een graspol en overwinteren daar. Het volgend voorjaar eten ze weer verder. Rupsen verpoppen zich tussen de vegetatie, hangend aan verdorde grashalmen, bladeren of aan verdorde takjes.vlindersVanaf eind juni vliegen de vlinders. De dichtheid op de vliegplaatsen is hoog, ca 44 tot 280 exemplaren per hectare. Nectar halen ze uit bijvoorbeeld struikhei en braam. Geregeld zonnen de vlinders met gespreide vleugels op bladeren van bomen, struiken of kruiden. Als een oranje zandoogje te dicht wordt benaderd, schuift hij de voorvleugels omhoog, zodat de dubbelgekernde oogvlek zichtbaar wordt. Een ongenode gast kan hierdoor worden afgeschrikt.Mannetjes houden vooral ´s middags patrouillevluchten, doorgaans laag boven de vegetatie. Ze verdedigen geen territorium en benaderen alles wat op een soortgenote lijkt, zelfs bruine afgevallen blaadjes. Het mannetje blijft vaak enkele dagen in hetzelfde kleine gebied heen en weer vliegen. Vindt hij daar geen vrouwtje dan zoekt hij een andere plek, gemiddeld zo´n 150 meter verder. Een vrouwtje dat door een mannetje wordt benaderd, maar niet paringsbereid is, trilt snel met de vleugels. Wil het vrouwtje wel paren, dan vindt de paring zonder voorafgaand baltsritueel plaats.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Het oranje zandoogje komt voor van Zuid-Ierland en Portugal tot Klein-Azië en van Midden-Engeland en Midden-Hongarije tot Marokko, Midden-Italië en West-Turkije.
Benaming
-
Engelse naam
Gatekeeper
Hedge Brown - Duitse naam Rostbraunes Ochsenauge
- Franse naam l'Amaryllis
-
Synoniemen
Epinephele tithonus
Maniola tithonus
Satyrus tithonus
Epinephele tithonius
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Toelichting wetenschappelijke naam
Pyronia: puronia is het kopen van tarwe. Het volgende woord in de lexicon is puropos is met vurige ogen. Een verwijzing naar het opvallende oog in een oranje grondkleur van deze soort. Hübner zou bij vergissing het verkeerde woord overgeschreven kunnen hebben.tithonus: Tithonus was een jonge Trojaan en de geliefde van Eos (Aurora), de godin van de dageraad. Zij overtuigde de goden hem onsterfelijk te maken, maar zij vergat om ook te vragen om zijn eeuwige jeugd. Zijn misère werd door Tennyson beschreven in het gedicht Tithonus.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1767)
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-20 mm. De bovenkant van zowel de voor- als de achtervleugel is oranje met brede bruine randen. In de vleugelpunt ligt een zwarte vlek met een dubbele witte kern (let op, dit is geen onderscheidend kenmerk: het bruin zandoogje heeft soms ook een dubbele witte kern in de vlek in de vleugelpunt). Het mannetje heeft een grote zwarte geurstreep op de voorvleugel.