Vliegtijd & gedrag
Kan van juni tot oktober worden aangetroffen. De meeste waarnemingen worden gedaan in het najaar en dan alleen in lichtvallen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Oranjerode oogspanner
De rups heeft een voorkeur voor jonge loten en zit daarom het liefst op het blad aan het uiteinde van takken; overwintert als gordelpop aan een eikenblad. Er zijn geen rupsenvondsten bekend uit Nederland. De soort is niet in staat om hier te overwinteren.

Vlinder
Verspreiding
Van Noord-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden tot (migrerend) de zuidpunt van Zweden; in het zuiden op alle eilanden van de Middellandse Zee en in Italië, op de Balkan en in Klein-Azië. Ook de Kaukasus en Noord-Iran.
Benaming
- Engelse naam Blair's Mocha
- Franse naam l'Éphyre pupillée
- Synoniemen Cosymbia puppillaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Oogspanners hebben alle een meer of minder duidelijk oog op de voorvleugels. Over de geelachtige gronkleur van deze oogspanner ligt een opmerkelijke oranjerode waas. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Cyclophora: kuklos is een ring en phoreo is dragen. De discale vlekken op de voorvleugels van een aantal soorten.puppillaria: pupilla is de pupil van een oog. Slaat uiteraard op de ringvormige discale vlekken op de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Hübner, 1799)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Een goed kenmerk om deze soort te onderscheiden van verwante soorten is de tamelijk effen grondkleur met een slechts geringe fijne bespikkeling. De vleugels zijn oranjeachtig bruin met een roze tint en elke vleugel heeft een donker omrand oogje. De voorvleugelpunt heeft een fijn sikkelpuntje. Daarin bevindt zich een miniem klein, maar opvallend zwart schuin streepje; dit detail is kenmerkend is voor deze oogspanner. De vleugeltekening is bijzonder variabel: zowel de gestippelde dwarslijnen, de purperachtig roodbruine middenschaduw als de oogjes variëren sterk in intensiteit en grootte.