Vliegtijd & gedrag
Eind april-eind augustus in twee generaties. De vlinders zijn ´s nachts actief en komen op licht en op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Orvlinder
Rups: eind mei-september. De rups leeft overdag tussen strak tegen elkaar gesponnen bladeren en foerageert ´s nachts onbeschut. De soort overwintert als pop in een cocon tussen de bladeren van de waardplant en valt daarmee in de herfst op de grond.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Heel Europa met uitzondering van delen van het Middelllandse Zeegebied (Corsica, Sardinië, Sicilië, Zuid-Spanje, Zuid-Italië, Zuid-Griekenland) tot bovenin Scandinavië. Naar het oosten via Siberië tot Oost-Azië en Japan. In het zuidoosten tot Klein-Azië en de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Poplar Lutestring
- Duitse naam Pappel-Eulenspinner
-
Franse naam
l'Or
la Double-Bande brune -
Synoniemen
Cymatophora or
Palimpsestis or
Tethea rufa
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zeven soorten uit de onderfamilie Thyatirinae zijn bijeengevoegd onder de groepsnaam orvlinder. Op de voorvleugel van deze soort zit een witte tekening die met enige fantasie als or gelezen kan worden. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Tethea: tethea is afgeleid van Tethys, de vrouw van Oceanus en de moeder van de riviergoden en van de Oceaniden (nimfen van de open zee). De naam heeft betrekking op de dwarslijn op de voorvleugel die op het verloop van een rivier lijkt.or: or komt van de tekening op de voorvleugels die samen de letters o en r vormen.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-19 mm. Kenmerkend zijn de drie- of vierdubbele dwarslijnen op de voorvleugel, die net voordat ze de voorrand bereiken uiteen wijken. De daar tussen gelegen, uit twee vlekken bestaande witachtige figuur doet enigszins denken aan de ’80’ bij de peppel-orvlinder. De vlekken kunnen vaag of onduidelijk zijn en zijn soms vervangen door een donkere tekening. Soms komen donkere exemplaren met een opvallende lichte vlekken voor. Ook bij deze soort loopt een opvallend streepje vanuit de vleugelpunt de vleugelzoom in.