Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin oktober in twee generaties. De vlinders worden overdag soms op muren aangetroffen of opgejaagd uit heggen of andere dichte vegetatie. Ze zitten ook vaak op verlichte ramen of worden binnenshuis aangetroffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Paardenbloemspanner
Rups: juni-april. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon op de grond.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
Van Noord-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief Engeland) oostwaarts tot Rusland; in het noorden tot Zuid-Scandinavië, in het zuiden: de westelijke Middellandse Zee-eilanden, Italië, de Balkan, Klein-Azië en de Kaukasus.
Benaming
- Engelse naam Small Dusty Wave
- Duitse naam Grauer Zwergspanner
-
Franse naam
la Vieillie
la Voisine -
Synoniemen
Sterrha seriata
Acidalia seriata
Idaea virgularia
Acidalia virgularia
Idaea incanata
Acidalia incanaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Paardenbloemspanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).Paardenbloem is zeker geen waardplant van deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.seriata: series is een rij, een keten. Dit slaat op de tekening op de vleugels die bestaat uit in brokjes uiteengevallen lijnen.
Auteursnaam en jaartal
(Schrank, 1802)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 9-11 mm. De voor- en achtervleugel zijn in meer of mindere mate donker bespikkeld. De vleugelzoom is meestal iets donkerder dan de rest van de vleugel. Op alle vleugels is een duidelijke middenstip aanwezig. De binnenste en de buitenste dwarslijn zijn dun maar altijd tenminste zichtbaar aan de stipjes op de aderen. De middelste dwarslijn is vaag en loopt op de voorvleugel dicht langs de middenstip, vaak er enigszins naar toe buigend. Opvallend is dat dit laatste ook geldt voor de buitenste dwarslijn ter hoogte van de stip. De franjelijn langs de achterrand bestaat uit afwisselend donkere stipjes en boogjes.