Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin oktober in twee generaties. De vlinders worden overdag soms op muren aangetroffen of opgejaagd uit heggen of andere dichte vegetatie. Ze zitten ook vaak op verlichte ramen of worden binnenshuis aangetroffen.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Paardenbloemspanner
Rups: juni-april. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon op de grond.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 9-11 mm. De voor- en achtervleugel zijn in meer of mindere mate donker bespikkeld. De vleugelzoom is meestal iets donkerder dan de rest van de vleugel. Op alle vleugels is een duidelijke middenstip aanwezig. De binnenste en de buitenste dwarslijn zijn dun maar altijd tenminste zichtbaar aan de stipjes op de aderen. De middelste dwarslijn is vaag en loopt op de voorvleugel dicht langs de middenstip, vaak er enigszins naar toe buigend. Opvallend is dat dit laatste ook geldt voor de buitenste dwarslijn ter hoogte van de stip. De franjelijn langs de achterrand bestaat uit afwisselend donkere stipjes en boogjes.
Gelijkende soorten vlinder
De prachtstipspanner (Scopula marginepunctata) is duidelijk groter en heeft een franjelijn die bestaat uit enkel donkere streepjes; bovendien loopt de buitenste dwarslijn voordat deze de voorrand bereikt duidelijk naar binnen, terwijl deze bij de paardenbloemspanner vrijwel recht door loopt tot aan de voorrand, evenwijdig aan de achterrand van de vleugel.Kan mogelijk worden verwisseld met soorten uit de groep van de dwergspanners (Eupithecia-soorten), met name wilgendwergspanner (E. tenuiata) en esdoorndwergspanner (E. inturbata). Geen van beide heeft echter hetzelfde fijn bespikkelde uiterlijk. Verder ontbreekt bij de dwergspanners de stip op de achtervleugel en vertonen de dwarslijnen een duidelijke hoek dicht bij de voorrand. Zie ook de schildstipspanner (I. biselata). Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen Idaea seriata en I. biselata.
Gelijkende soorten rups
Vlekstipspanner (Idaea dimidiata) en hopdwergspanner (Eupithecia assimilata). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Rups
Cocon
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.
België
Algemeen in het hele land. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Van Noord-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief Engeland) oostwaarts tot Rusland; in het noorden tot Zuid-Scandinavië, in het zuiden: de westelijke Middellandse Zee-eilanden, Italië, de Balkan, Klein-Azië en de Kaukasus.