Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin augustus in twee generaties. De vlinders vliegen in de schemering en komen soms op licht. Overdag kunnen ze gemakkelijk worden opgejaagd en bezoeken ze bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Panteruiltje
Rups: juni-augustus. De rups eet zowel van de bloemen als van de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als pop in een stevige cocon tussen de vegetatie dicht bij de grond of in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
Komt in alle Europese landen voor maar het zwaartepunt ligt ontegenzeglijk in het zuidelijke Middellandse zeegebied. Van Noord-Afrika, via het Iberisch schiereiland, Italië, de Balkan, Griekenland en Anatolië naar het oosten tot de Grote Oceaan. De Europese noordgrens ligt over Zuid-Engeland en Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Spotted Sulphur
- Duitse naam Ackerwinden-Bunteulchen
-
Franse naam
l'Arlequinette jaune
la Noctuelle sulfurée - Oud Nederlandse naam zwaveluiltje
-
Synoniemen
Erastria trabealis
Hydrelia trabealis
Acontia tarache
Emmelia trabealis
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De zwarte strepen en vlekken op een lichtgele grondkleur doen bij dit uiltje aan een panter(tje) denken. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
trabealis: trabealis behorende tot of bekleed met de trabea, een kleed dat status belichaamde; naar het prachtige geel/zwart patroon op de vleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-11 mm. Door de geringe grootte en de vleugelvorm met de sterk gebogen voorrand doet deze soort op het eerste gezicht soms meer aan een microvlinder dan aan een uil denken. Karakteristiek is het bonte patroon van zwartachtig chocoladebruine vlekken en strepen op de geelachtige of crèmekleurige voorvleugel. De achtervleugel is donkerbruin en heeft een witachtige franje.