Papegaaitje

Chloroclysta siterata

papegaaitje

Vliegtijd & gedrag

Augustus-begin november en na overwintering opnieuw van april-mei in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen en wilgenkatjes.

Verspreiding

Levenscyclus

Papegaaitje

Rups: mei-augustus. De rups verpopt zich in de strooisellaag. In het najaar vindt de paring plaats waarna de mannetjes sterven. De volwassen vrouwtjes overwinteren en zetten pas in het voorjaar de eitjes af.

Cocon

Verspreiding

Heel Europa, van Midden-Scandinavië tot het Middellandse Zeegebied en van het Iberisch Schiereiland tot Klein-Azië en de Kaukasus. Ook in Marokko (Rungs 1981).

Benaming

  • Engelse naam Red-green Carpet
  • Duitse naam Olivgrüner Bindenspanner
  • Franse naam la Cidarie à bandes vertes
  • Synoniemen Larentia siterata
    Cidaria siterata
    Larentia psittacata

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
In zijn boek 'Onze vlinders' vermeldt Ter Haar reeds deze opmerkelijke Nederlandse naam (begin vorige eeuw). De achtergrond van deze naam blijft onduidelijk. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Chloroclysta: khloros is groenachtig geel en kluzo is wegwassen. Dit slaat op het vluchtige karater van de groenige kleuren van dit genus.siterata: siteros is behorende bij het graan. De kleur van graan verandert van groen naar geel als het rijper wordt. De kleur van de vleugels van deze soort doen dat ook als de vlinder dood is.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1767)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 14-17 mm. Een nogal variabele spanner met een overwegend groenachtige kleur. De middenband en de vleugelwortel zijn meestal iets donkerder dan de rest van de voorvleugel. Kan gewoonlijk van andere groene spanners worden onderscheiden door de roodachtig bruine gemarmerde vegen die vanuit de vleugelwortel in de lengterichting over de voorvleugel lopen; soms zijn deze echter vaag of afwezig. Dicht bij de vleugelpunt bevindt zich een witachtige of licht gekleurde vlek langs de voorrand die in feite deel uitmaakt van de onregelmatige lichte zone aan de buitenzijde van de middenband. De golflijn loopt niet altijd door over de hele breedte van de vleugel. Langs de binnenrand van de voorvleugel loopt bij het mannetje ter hoogte van de middenband een tamelijk brede zwarte strook. Het vrouwtje is gemiddeld iets groter, donkerder en groener van kleur. De achtervleugel is grijs.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Bosachtige gebieden

Loofbossen

Struwelen

Tuinen

Planten

Eik

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden