Vliegtijd & gedrag
Begin mei-half augustus in één generatie; heel soms een partiële tweede generatie. De vlinders zijn ´s nachts actief en komen op licht en op smeer.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Peppel-orvlinder
Rups: juni-september. De rups rust overdag tussen strak tegen elkaar gesponnen bladeren en foerageert ´s nachts. De soort overwintert als pop in een losse cocon tussen de bladeren van de waardplant en valt hiermee in de herfst op de grond.

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Heel Europa met uitzondering van Noord-Scandivavië, Noord-Engeland en Ierland. Zuidelijk tot Klein-Azië en tot de Kaukasus, naar het oosten via Rusland tot Japan.
Benaming
- Engelse naam Figure of Eighty
- Duitse naam Augen-Eulenspinner
- Franse naam l'Octogésime
- Oud Nederlandse naam cijfervlinder
-
Synoniemen
Cymatophora ocularis
Palimpsestis ocularis
Cymatophora octogesima
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zeven soorten uit de onderfamilie Thyatirinae zijn bijeengevoegd onder de groepsnaam orvlinder (nadere toelichting zie bij de orvlinder, Tethea or). De ratelpopulier (peppel) is een belangrijke waardplant voor deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Tethea: tethea is afgeleid van Tethys, de vrouw van Oceanus en de moeder van de riviergoden en van de Oceaniden (nimfen van de open zee). De naam heeft betrekking op de dwarslijn op de voorvleugel die op het verloop van een rivier lijkt.ocularis: ocularis is behorend bij de ogen, de oogachtige tekening op de voorvleugel.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-20 mm. Het in het middenveld van de voorvleugel gelegen duidelijke witte, fijn geëtste getal ‘80’ is kenmerkend. De relatief dunne centrale dubbele dwarslijnen krommen beide min of meer om de ‘80’ heen en komen dan, richting de vleugelwortel afbuigend, evenwijdig aan elkaar bij de voorrand uit. Vanuit de vleugelpunt loopt een opvallend streepje het zoomveld in. De kleur van de voorvleugel varieert van licht- tot donkerbruin en heeft vaak een purperachtige glans.